Laat hij u alles geven waar u om vraagt, en laat hij zorgen dat al uw plannen slagen. | Ik wens je toe dat Hij je zal geven wat je wenst, dat Hij ervoor zal zorgen dat al je plannen slagen. |
Laat dit goed tot je doordringen: de Heer wil jullie leren hoe je goed moet leven. Net zoals een vader dat leert aan zijn kinderen. | Geef dus met je hele hart toe dat de Heer God jullie opvoedt, zoals een man zijn kind opvoedt. |
Liefde is: geduldig en vriendelijk zijn. Liefde is: niet jaloers zijn, niet vertellen hoe goed je bent, jezelf niet belangrijker vinden dan een ander. Liefde is: een ander niet beledigen, niet alleen aan jezelf denken, geen ruzie maken en geen wraak willen nemen. | De liefde is geduldig en vriendelijk. Liefde wordt niet jaloers. Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk. Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf. Liefde raakt niet verbitterd. Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan. |
En stel dat je alleen goed bent voor de mensen die goed zijn voor jou. Verdien je dan een beloning? Nee, want slechte mensen doen hetzelfde. | En als je iets goeds doet voor iemand die iets goeds doet voor jou, wat is daar dan voor bijzonders aan? Ook slechte mensen doen dat. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. | Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. |
Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ | Jezus zei opnieuw tegen hen: "Ik wens jullie vrede toe! Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie." |
Alles wat de Heer doet, is goed. Alles wat God zegt, is volmaakt. Hij beschermt mensen die hem om hulp vragen. | Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. |
In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. | Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren. |
Alles wat de Heer doet, is goed. Alles wat God zegt, is volmaakt. Hij beschermt mensen die hem om hulp vragen. | Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. |
Laat je geloof groeien door de goedheid en de kennis die Jezus Christus ons geeft. Alle eer aan onze Heer en redder, nu en altijd! | Zorg ervoor dat jullie geestelijk groeien, en dat jullie onze Heer en Redder, Jezus Christus, steeds beter leren kennen. Dan kan de Heer altijd goed voor jullie zijn. Van Hem is alle macht en eer, nu en voor eeuwig. |
Voor u is niets verborgen. Bij u is alles licht. U kent alles wat in het donker is. | Hij laat dingen zien die tot dan toe verborgen waren. Hij weet wat er in het donker verborgen is, want bij Hem is alles licht. |
Pas op voor valse profeten. Ze lijken goed, maar ze zijn slecht. Ze lijken zo onschuldig als schapen, maar ze zijn zo gevaarlijk als wolven. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Pas op voor leugen-profeten. Zij beweren dat ze namens God spreken terwijl dat helemaal niet zo is. Je kan hen vergelijken met wolven die zich vermomd hebben als schapen. Ze zien er onschuldig uit, maar van binnen zijn ze verslindende wolven." |
God heeft alles gemaakt. Alles bestaat dankzij hem, en alles bestaat tot zijn eer. Alle eer aan God, voor eeuwig! Amen. | Maar alle dingen komen van God, bestaan door God en zijn voor God. Voor Hem is alle eer voor altijd en eeuwig! Amen! Zo is het! |
Maar Jezus leeft voor altijd. Hij blijft dus ook voor altijd priester. Daarom kan hij mensen die via hem bij God komen, voor altijd redden. Want Jezus laat ons niet in de steek. | Daarom kan Hij ook álle mensen redden die door Hem naar God toe komen. Want Hij leeft voor altijd om bij God voor hen op te komen. |
Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. | We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. |
Op de laatste, belangrijkste dag van het feest was Jezus in de tempel. Hij riep tegen de mensen: ‘Als je dorst hebt, kom dan bij mij om te drinken!’ | Op de laatste dag van het feest, de belangrijkste dag, stond Jezus op en riep: "Als je dorst hebt, moet je naar Mij toe komen en drinken!" |
En de Heer zal me blijven beschermen tegen alle slechte daden van mensen. Hij zal me veilig naar de hemel brengen, waar hij koning is. Alle eer aan hem voor altijd en eeuwig! Amen. | De Heer zal me altijd beschermen tegen elke aanval van de duivel. Hij zal me veilig in zijn hemelse Koninkrijk brengen. Voor Hem is alle eer, voor eeuwig! Amen! Zo is het! |
Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. | Maar tenslotte vertelde ik U dat ik U ongehoorzaam was geweest. Ik verborg niets voor U. Ik vertelde U alles wat ik verkeerd had gedaan. Toen vergaf U het mij en U deed mijn schuld weg. |
Verander niets aan de regels die ik jullie geef. Houd je er precies aan, want het zijn regels van de Heer, jullie God. | Verander niets aan de wetten van de Heer God die ik jullie geef. Je mag er niets aan toevoegen en je mag er niets vanaf halen. Houd je er heel precies aan. |
Maar iemand die goed leeft en trouw is, zoekt het licht juist op. Dan wordt duidelijk dat hij dicht bij God leeft. | Maar mensen die leven zoals God het wil, gaan wel naar het licht toe. Want dan kan iedereen zien dat ze alles wat ze hebben gedaan, met God hebben gedaan. |
Paulus eindigde zijn toespraak met deze woorden: ‘Lange tijd leefden de mensen zonder God te kennen. God heeft hen daar niet voor gestraft. Maar nu wil God dat alle mensen gaan doen wat hij wil. Iedereen moet een nieuw leven beginnen.’ | Vroeger stond God het toe dat wij niets van Hem af wisten. Maar nu zegt God dat alle mensen in Hem moeten geloven en moeten gaan leven zoals Hij het wil. |
U bent geweldig en machtig. U hebt alle macht, alle eer en alle kracht. Heer, u bent koning van de hele aarde, en u heerst over de hemel. Alles is van u! | Want U bent groot en machtig. U bent een machtig Koning. Alles in de hemel en op de aarde is van U. U bent de allerhoogste Koning. |
Nadat Job voor zijn vrienden gebeden had, liet de Heer een nieuwe tijd voor Job beginnen. Toen ging het veel beter met hem. De Heer gaf hem zelfs twee keer zo veel bezit als vroeger. | Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, zorgde de Heer ervoor dat het weer goed ging met Job. Hij gaf hem het dubbele van wat hij vroeger had gehad. |
Luister goed! Ik ga bijna sterven. Jullie weten heel goed dat de Heer, jullie God, zich aan al zijn beloftes gehouden heeft. Hij heeft ze allemaal laten uitkomen. | Ik zal binnenkort sterven. Geef nu met je hele hart en je hele ziel toe dat jullie Heer God alles heeft gedaan wat Hij heeft beloofd. Alles wat Hij heeft gezegd, is gebeurd. |
Je bent nog jong. Maar zorg ervoor dat iedereen je toch serieus neemt. Wees een voorbeeld voor andere gelovigen door wat je zegt en door hoe je leeft. Wees een voorbeeld door je liefde en je geloof, en door te leven zoals God het wil. | Niemand mag op jou neerkijken omdat je nog jong bent. Zorg ervoor dat je in alles een voorbeeld bent voor de gelovigen: door je woorden, je manier van leven, je liefde, je geloof en je zuiverheid. |