Bijbelteksten over 'Vallen'
Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? | Want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Maar wee die ene die valt, terwijl er geen tweede is om hem overeind te helpen. |
Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. | Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. |
Ik kan in alle rust naar bed gaan en vredig in slaap vallen. Want U alleen, Heer, zorgt ervoor dat ik veilig ben. | In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen. |
Geef al je zorgen aan de Heer. Hij zal voor je zorgen. Hij laat zijn vrienden nooit in de steek. Hij zorgt ervoor dat ze nooit zullen vallen. | Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt. |
Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. | Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. | Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. |
Jullie weten toch dat twee mussen voor maar één muntje worden verkocht? Toch zal niet één mus doodgaan zonder dat jullie Vader het toestaat. Ook weet Hij zelfs precies hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Wees dus niet bang, want jullie zijn belangrijker dan een heleboel mussen bij elkaar. | Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven. |
Daarom zeg Ik jullie: alles waar je om bidt, zal gebeuren als je gelooft dat je het zal krijgen. | Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen. |
Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van jullie besluit om de levende God niet langer te gehoorzamen. Want zo iemand is koppig en ongelovig. | Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God. |
Maar de engel zei tegen hen: "Jullie hoeven niet bang te zijn. Want ik breng jullie goed nieuws. Dat goede nieuws is voor het hele volk." | En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal. |
Luister goed! Ik zeg jullie: als je dan tegen deze berg zou zeggen: 'Kom van de grond en gooi jezelf in de zee!' dan zal dat ook gebeuren. Maar dan moet je in je hart niet twijfelen. Je moet geloven dat wat je zegt ook gebeurt. | Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt. |
Jezus antwoordde: "Luister goed! Ik zeg jullie: als jullie geloof hebben en niet twijfelen, dan zullen jullie niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gebeurd. Maar zelfs als jullie tegen deze berg zeggen: 'Kom van de grond en gooi jezelf in de zee,' dan zal dat gebeuren." | Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren. |
Doe alles zonder mopperen of klagen. Zorg ervoor dat niemand iets slechts van jullie kan zeggen. Wees echte kinderen van God op wie niets valt aan te merken. Want dan zullen jullie als stralende sterren zijn, die opvallen tussen de slechte en ongehoorzame mensen van deze tijd. Blijf gehoorzaam aan het woord dat leven geeft. | Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen, opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld, door vast te houden aan het Woord van het leven. |
Ze zullen nooit meer honger of dorst hebben. Ze zullen nooit meer last hebben van de hitte van de zon. Want het Lam op de troon zal hen als schapen leiden. Hij zal hen meenemen naar de waterbronnen van het leven. En God zal alle tranen van hun ogen afvegen. | Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. |
Toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn haar af als teken van verdriet en knielde op de grond. Hij boog zich diep en zei: "Zonder iets te bezitten ben ik geboren, en zonder iets te bezitten zal ik sterven. De Heer heeft mij eerst veel gegeven. Nu heeft Hij het mij weer afgenomen. Ik prijs de Heer." | Toen stond Job op en scheurde zijn bovenkleed, schoor zijn hoofd, viel op de aarde en boog zich neer. En hij zei: Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd! |
Ook wil ik dat de vrouwen zich fatsoenlijk kleden, keurig en bescheiden. Ze moeten niet willen opvallen door ingewikkelde kapsels, veel sieraden en mooie kleren. Het is beter als ze mooi en aantrekkelijk zijn door goed te zijn voor anderen, zoals dat past bij vrouwen die zeggen dat ze God dienen. | Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn. |
Want wat de andere volken aanbidden, is machteloos. Het zijn gewoon stukken hout die mensen uit het bos hebben gekapt. Ze hebben er met een beitel een vorm aan gegeven en die met zilver en goud versierd. Ze zetten ze daarna met spijkers vast, zodat ze niet kunnen omvallen. Zo staan ze daar. Het zijn net vogelverschrikkers, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten gedragen worden, want ze kunnen niet zelf lopen. Wees niet bang voor zulke goden, want ze doen geen kwaad. Maar ze doen ook niets goeds! | Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig: het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt, vakwerk met de bijl. Met zilver en met goud maken ze het mooi, met spijkers en met hamers zetten ze het vast, zodat het niet kan wiebelen. Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten. Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen, maar ook goeddoen is er bij hen niet bij. |
Gerelateerde onderwerpen
Geloof
Daarom zeg Ik jullie...
Angst
Israël, wees niet bang...
Naaste
De tweede wet, die...
Betrouwbaarheid
Maar de Heer is...
Afhankelijkheid
Want Ik, je Heer...
Veiligheid
Maar de Heer is...