God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk. | En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht. |
Ik bid dat de Heer jullie liefde nog sterker zal maken. Zodat jullie nog veel meer van elkaar en van anderen gaan houden, net zo veel als ik van jullie houd! | En u doe de Here toenemen en overvloedig worden in de liefde tot elkander en tot allen – zoals ook wij gezind zijn jegens u. |
Bergen kunnen van plaats veranderen en heuvels kunnen verdwijnen. Maar mijn liefde voor jou zal nooit verdwijnen. Mijn belofte van vrede geldt voor altijd. Dat zeg ik omdat ik van je houd. | Want bergen mogen wijken en heuvelen wankelen, maar mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en mijn vredesverbond zal niet wankelen, zegt uw Ontfermer, de Here. |
De inwoners van Jeruzalem zullen zeggen: ‘Wij zingen van vreugde, we juichen voor de Heer. Want hij leerde ons om eerlijk en goed te leven, en hij maakte van Jeruzalem een veilige en prachtige stad! Onze stad is zo mooi als de kroon van een koning, zo mooi als de sieraden van een bruid.’ | Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom, die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid, die zich met haar versierselen tooit. |
De man antwoordde: ‘Houd van de Heer, je God, met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht. En houd evenveel van je medemensen als van jezelf.’ | Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf. |
Maar het allerbelangrijkste is: houd van elkaar. Want liefde maakt van jullie een volmaakte eenheid. | En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. |
Toen kreeg Jozef een droom. In die droom zag hij een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, nakomeling van David, luister! Je kunt rustig met Maria trouwen. Want het kind dat zij verwacht, is van de heilige Geest.’ | Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. |
Alles op aarde wordt bedreigd door de macht van de dood. Dat is niet de schuld van de aarde, maar het is de straf van God voor de slechtheid van de mensen. Toch is er hoop! Want ooit wordt de aarde bevrijd. Dan komt er een eind aan de macht van de dood. De aarde verlangt hevig naar dat moment van bevrijding. Dan zal God aan zijn kinderen het eeuwige leven geven. En dan zullen zij voor altijd op aarde leven. | Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. |
Houd van elkaar zoals broers en zussen van elkaar houden. Laat altijd zien dat je respect hebt voor de ander. | Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. |
Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. | Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade. |
De wet van de Heer is volmaakt, zijn wet geeft mensen weer kracht. De woorden van de Heer zijn betrouwbaar, het zijn wijze lessen voor jonge mensen. | De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. |
Je hebt niet altijd iets aan je familie als je het moeilijk hebt. Wees daarom zuinig op de vrienden van jezelf en van je familie. Je hebt meer aan een vriend in de buurt dan aan familie ver weg. | Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek, maar betreed het huis van uw broeder niet ten dage van uw ongeluk. Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. |
Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. | Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen. | Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. |
Heer, luister naar de woorden van dit lied. Het is mijn geschenk aan u. Bij u ben ik veilig, u bent mijn redder. | Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o Here, mijn rots en mijn verlosser. |
Als je mij zoekt en mij vindt, zul je leven. En de Heer zal van je houden. | Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. |
U bent geweldig en machtig. U hebt alle macht, alle eer en alle kracht. Heer, u bent koning van de hele aarde, en u heerst over de hemel. Alles is van u! | Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o Here, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. |
Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. | Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. |
Wij zijn vanuit de dood naar het leven gegaan. Doe daarom geen verkeerde dingen meer. Want daarmee leef je in dienst van de zonde. Maar doe het goede, want alleen dan leef je in dienst van God. | En stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. |
De mensen die bij Jezus Christus horen, zijn bevrijd van Gods straf. Wij waren in de macht van de zonde en de dood. Maar de heilige Geest heeft ons uit die macht bevrijd. En dankzij Jezus Christus krijgen we het eeuwige leven. | Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. |
Jezus zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af. En dan kan het wel.’ | Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. |
Vrienden, niemand van jullie mag ongelovig worden. Blijf vertrouwen op de levende God. | Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God. |
In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man. | Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. |
Ik vraag dan aan God of hij jullie door de heilige Geest nog meer wijsheid en inzicht wil geven. Dan kunnen jullie hem steeds beter leren kennen. Hij is de God van onze Heer Jezus Christus, en hij is onze machtige Vader. | Opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen. |
Jozua zei: ‘Doe dan alle godenbeelden weg. En dien de Heer, de God van Israël, met heel je hart.’ | Nu dan, doet de vreemde goden weg, die in uw midden zijn, en neigt uw harten tot de Here, de God van Israël. |