Bijbelteksten over 'Van'
- Here, red mij van de leugenlippen,
van de bedrieglijke tong. - Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.
- Doe weg van u de valsheid van mond
en houd ver van u de verkeerdheid der lippen. - Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid.
- Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
- Zover het oosten is van het westen,
zover doet Hij onze overtredingen van ons. - Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.
- Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel.
- En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel.
- Doe uw mond open ten bate van de stomme,
ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen. - Opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen.
- Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
- Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
- Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen.
- Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vader
en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. - Gij zult naast Mij geen goden maken; noch van zilver noch van goud zult gij ze u maken.
- Vraagt iemand iets van u, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug.
- Huis en have is een erfdeel der vaderen,
maar een verstandige vrouw is van de Here. - Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.
- Mijn mond is vervuld van uw lof,
de ganse dag van uw luister. - Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, doch de godsvrucht is nuttig tot alles, daar zij een belofte inhoudt van leven, in heden en toekomst.
- Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf.
- En Hij zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken.
- Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
- Zoals gij de weg van de wind evenmin kent als het gebeente in de schoot van een zwangere vrouw, zomin kent gij het werk van God, die alles maakt.
- Vereer de Here met uw rijkdom
en met de eerstelingen van al uw inkomsten. - Mijn tijden zijn in uw hand, red mij
uit de hand van mijn vijanden en vervolgers. - Wie wijs van hart is, neemt geboden aan,
maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. - Help ons, o God van ons heil,
om de heerlijkheid van uw naam;
red ons en doe verzoening over onze zonden
om uws naams wil. - Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid.
- En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.
- Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
- Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen.
- En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
- Mogen de woorden van mijn mond
en de overleggingen van mijn hart
U welgevallig zijn,
o Here, mijn rots en mijn verlosser. - O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!
- Rijkdom baat niet ten dage des toorns,
maar gerechtigheid redt van de dood. - En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben.
- Zalig de armen van geest,
want hunner is het Koninkrijk der hemelen. - Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn,
die in de wet des Heren gaan. - Wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die (u) van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.
- En de menigte van hen, die tot het geloof gekomen waren, was één van hart en ziel, en ook niet één zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijn persoonlijk eigendom was, doch zij hadden alles gemeenschappelijk.
- De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen;
zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. - Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek,
maar betreed het huis van uw broeder niet
ten dage van uw ongeluk.
Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. - Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam.
- Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
- Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is?
- Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?
- Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven.
- Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?
Gerelateerde onderwerpen
Spreken
Dood en leven zijn...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Vader
Gelijk zich een vader...
Liegen
Leugenlippen zijn de HERE...
Geest
De Here nu is...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?