Bijbelteksten over 'Verlangt'
Verlustig u in de Here; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart. | Zoek je geluk bij de HEER, Hij zal geven wat je hart verlangt. |
Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God. | Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. |
En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid. | En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. |
Ik strek mijn handen tot U uit, mijn ziel smacht naar U als een dorstig land. sela | Ik strek mijn handen naar U uit, dorstig als droge aarde. sela |
Daarom verlangt de Here ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de Here is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten. | En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht. |
O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water. | God, u bent mijn God, u zoek ik, naar u smacht mijn ziel, naar u hunkert mijn lichaam in een dor en dorstig land, zonder water. |
Hij geve u naar uw hart, en doe al uw plannen in vervulling gaan. | Moge Hij geven wat uw hart verlangt, en al uw plannen doen slagen. |
Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. | Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord. |
Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. | U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. |
Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken. | Gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. |
Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend, die ik gaan moet, want tot U hef ik mijn ziel op. | Laat mij in de morgen uw liefde horen, in U stel ik mijn vertrouwen, wijs mij de weg die ik gaan moet, mijn ziel verlangt naar U. |
De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. | Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten. |
Erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden. | Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. |
Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u. | Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. |
Mijn leer druipe als regen, mijn rede druppele als dauw, als regenbuien op het jonge groen, en als regenstromen op het kruid. | Moge mijn onderricht neerdalen als regen, mogen mijn woorden zijn als milde dauw, als regen op het jonge gras, als regendruppels op het groen. |
Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst. | De aardse begeerte gaat in tegen de Geest, en wat de Geest verlangt gaat in tegen de aardse begeerte. Het een is in strijd met het ander, en u kunt dus niet zomaar doen wat u wilt. |
Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God. | Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. |
Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd. | Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. |
Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. | De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat de luister van Gods kinderen openbaar wordt. |
Bijbeltekst van de dag
En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.Willekeurige Bijbeltekst
Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?Als hij dat houdt naar uw woord.Volgende tekst!Met afbeelding