Want wie mij vindt, vindt het leven, en ontvangt de gunst van de HEER. | Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. |
Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. | Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil. |
Ja, de HEER vindt vreugde in zijn volk, Hij kroont de vernederden met de zege. | Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. |
Gelukkig de mens die wijsheid ontdekt, de mens die inzicht wint. | Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt. |
Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. | Erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden. |
Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde. | De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. |
Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats. | En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving. |
De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. | Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. |
Een mens vindt vreugde in een goedgekozen antwoord, de juiste woorden op de juiste tijd – hoe voortreffelijk is dat. | Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd! |
Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk, zijn wijsheid is groot. | Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid. |
Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het behouden. | Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden. |
Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft ontvangt leven, voorspoed en eer. | Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. |
Wie zijn verstand gebruikt, heeft zijn leven lief, wie zich laat leiden door inzicht, is geluk op het spoor. | Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief; wie inzicht bewaart, vindt geluk. |
Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust. Want wie Gods rust is binnengegaan, vindt rust na zijn werk zoals God na het zijne. | Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne. |
Ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. | Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. |
De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. | Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. |
Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. | Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. |
Een dwaas hecht geen belang aan inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt. | Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. |
Bedriegers zijn de HEER een gruwel, betrouwbare mensen zijn Hem welgevallig. | Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. |
Wie de HEER welgevallig is, mag zijn weg gaan met vaste tred. | Door de Here worden de schreden van de man bevestigd, aan wiens weg Hij welgevallen heeft. |
Verneder u voor de Heer, dan zal Hij u verheffen. | Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. |
Een mens kiest in eigen ogen steeds de rechte weg, de HEER toetst wat hem innerlijk beweegt. | Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de Here beproeft de harten. |
Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. | Want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk. |
Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. |
Hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een schild en pantser. | Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser. |