En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats. | Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats. |
Goed gaat het een man die zich ontfermt en uitleent, hij behartigt zijn zaken volgens het recht. | Goed gaat het wie genadig is en vrijgevig, wie zijn zaken eerlijk behartigt. |
En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. | En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. |
Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. | Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER. |
Ik heb mij gehaast en niet geaarzeld Uw geboden in acht te nemen. | Ik haast mij, en aarzel niet mij te houden aan uw geboden. |
Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. | Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. |
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. | Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. |
Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. | Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling. |
Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. | Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. |
Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord. | Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. |
Welzalig is eenieder die de HEERE vreest, die in Zijn wegen gaat. | Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst. |
Halleluja! Welzalig de man die de HEERE vreest, die grote vreugde vindt in Zijn geboden. | Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. |
Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. | Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is. |
Want zij die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. | Allen die gezondigd hebben zonder de wet te kennen, zullen ook zonder de wet verloren gaan; en allen die gezondigd hebben terwijl ze de wet wel kennen, zullen door de wet worden veroordeeld. |
Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. | Niets verheugt mij meer dan te horen dat mijn kinderen de weg van de waarheid volgen. |
En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. | God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen, want de Geest pleit voor de heiligen overeenkomstig Gods wil. |
Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven. | Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn. |
Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. | Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal mij aan hem bekendmaken. |
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. | De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. |
Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden. | U moet dus weten, volksgenoten, dat het dankzij Hem is dat aan u de vergeving van de zonden verkondigd wordt; ieder die gelooft wordt door Hem vrijgesproken van alles waarvan hij geen vrijspraak kon krijgen op grond van de wet van Mozes. |
Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE. | Zoek de HEER, jullie in het land die nederig zijn en naar zijn wetten leven, zoek rechtvaardigheid, zoek nederigheid: misschien vinden jullie een schuilplaats op de dag van de toorn van de HEER. |
En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig. | Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die Hem vereert en rechtvaardig handelt.’ |
Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen. | Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat Hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de andere volken het licht te verkondigen. |
En als men dit weet: dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en voor opstandigen, goddelozen en zondaars, onheiligen en onreinen, voor hen die vader of moeder vermoorden, voor doodslagers, voor ontuchtplegers, voor mannen die met mannen slapen, voor mensenhandelaars, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is. | We weten ook dat de wet er niet is voor de rechtvaardige, maar voor wie zich aan wet of gezag niet stoort, voor goddelozen en zondaars, die alles wat heilig is verachten en ontwijden, die hun eigen vader of moeder doden, voor moordenaars, ontuchtplegers, mannen die andere mannen misbruiken, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer, die in overeenstemming is met het evangelie dat mij is toevertrouwd, het evangelie over de majesteit van de gelukzalige God. |