God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. | Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. |
God weet hoe wij van binnen zijn. Hij weet wat de Geest hem namens ons vraagt. Want het is zijn eigen Geest die voor ons bidt. | En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit. |
Omdat ze eerbied voor hem hadden, gaf hij hun ook kinderen. | En daar de vroedvrouwen God vreesden, gaf Hij haar ieder een gezin. |
Voor sommigen van jullie zijn bepaalde dagen heilig. Voor anderen zijn alle dagen gelijk. Houd vast aan de overtuiging die je hebt. | Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. |
Je moet eerbied hebben voor de Heer. Je moet eerlijk zijn tegen hem. En je moet hem trouw blijven en niet twijfelen. Want hij heeft bijzondere dingen voor jullie gedaan. | Vreest slechts de Here en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft. |
Pas op voor valse profeten. Ze lijken goed, maar ze zijn slecht. Ze lijken zo onschuldig als schapen, maar ze zijn zo gevaarlijk als wolven. | Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. |
De Heer helpt mensen die onderdrukt worden, hij beschermt hen in moeilijke tijden. | Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. |
Ik wil u altijd trouw zijn, altijd uw regels volgen. | Ik verkies de weg der waarheid, Ik stel uw verordeningen voor mij. |
Wees goed en hartelijk voor elkaar. En vergeef elkaar. Want God heeft ook jullie fouten vergeven, omdat Christus voor jullie gestorven is. | Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Mensen die geen eerbied hebben voor de Heer, willen geen dingen leren. Zij willen niet wijs worden. | De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Alle eer aan onze God en Vader, voor altijd en eeuwig! Amen. | Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. |
Niemand zet een brandende lamp onder een emmer. Je zet een lamp juist hoog. Dan schijnt het licht voor alle mensen in huis. Zo moeten ook jullie een licht zijn en schijnen voor alle mensen. Dan zien ze de goede dingen die jullie doen. En dan zullen ze jullie hemelse Vader eren. | Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken. |
Maar de liefde van de Heer verdwijnt nooit. Hij houdt van mensen die hem trouw zijn. De Heer is goed voor hen, en voor hun kinderen en kleinkinderen. Als ze maar doen wat hij wil, als ze maar luisteren naar zijn woorden. | Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen, over hen die zijn verbond onderhouden, en aan zijn bevelen denken om die te doen. |
Als je iets vraagt, zul je het krijgen. Als je iets zoekt, zul je het vinden. Als je op de deur klopt, wordt er voor je opengedaan. | Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. |
Toen zei hij: ‘Als je bij mij hoort, dan moet je juist voor de minst belangrijke mensen aandacht hebben. Zoals voor zo’n kind. Want wat je voor de minst belangrijke mensen doet, dat doe je voor mij. En wat je voor mij doet, dat doe je ook voor God, die mij gestuurd heeft. Weet je wie van jullie echt belangrijk is? Dat is degene die zichzelf het minst belangrijk vindt.’ | En Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot. |
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. | Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. |
Wij worden gered omdat onze Heer Jezus Christus voor ons aan het kruis gestorven is. Dat is het enige waarmee ik indruk wil maken. Mijn leven wordt niet meer beheerst door de dingen die bij deze wereld horen. Want mijn oude ik is met Christus aan het kruis gestorven. | Maar ik moge ervoor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van onze Here Jezus Christus, door wie de wereld mij gekruisigd is en ik der wereld. |
Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Goede mensen laat hij nooit in de steek. | Werp uw bekommernis op de Here, Hij zal voor u zorgen; Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt. |
Pas goed op, en blijf steeds bidden. Blijf God om hulp vragen. En laat je daarbij leiden door de heilige Geest. Bid voor alle christenen. | En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen. |
Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag. | Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. |
Iemand die zijn vriend in de steek laat, heeft ook geen eerbied voor de machtige God. | Wie zijn vriend medelijden onthoudt, die verzaakt de vreze des Almachtigen. |
Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt. | Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. |
Doe je best om een betrouwbare dienaar van God te zijn. Zorg dat je je niet hoeft te schamen voor je werk. Vertel altijd eerlijk over de waarheid. | Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid. |
Ieder van ons moet doen wat goed is voor de ander en wat de ander helpt. | Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing. |
Zorg goed voor weduwen die echt hulp nodig hebben. | Houd als weduwen in ere, wie waarlijk weduwen zijn. |