Laat de broederliefde blijven. Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden. | Vrienden, blijf van elkaar houden. En vergeet niet om mensen met open armen te ontvangen. Want sommige mensen hebben, zonder het te weten, engelen op bezoek gehad. |
Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen. | Houd vol en doe wat God wil. Dan zullen jullie krijgen wat God beloofd heeft. |
Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig. | Ik moet veel lijden omdat ik bij Christus hoor. Maar dankzij Christus krijg ik ook veel steun van God. |
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. | Het verschil tussen mijn plannen en jullie plannen is net zo groot als het verschil tussen hemel en aarde. |
Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. | Wie jaloers is of zichzelf beter vindt dan anderen, leeft helemaal verkeerd, en zorgt overal voor onrust. |
Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u. | De kerk van God is heilig, en jullie zijn die heilige kerk. Als mensen proberen om de kerk kapot te maken, zal God die mensen kapotmaken! |
Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. | Pas op, je kunt God niet bedriegen. Uiteindelijk geeft hij je wat je verdient. |
HEERE, U bent mijn God, ik zal U roemen, Uw Naam loof ik. Want U hebt wonderen gedaan. Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker. | Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. |
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. | Help ons om nooit tegen u te kiezen. En bescherm ons tegen de macht van het kwaad. Want u bent koning, u regeert met grote macht, voor altijd. Amen. |
Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. | Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Er is geen andere God dan de Heer. Alleen bij hem ben ik veilig. |
Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft. | Het doel van de wet was altijd al dat mensen gered zouden worden doordat ze geloven. Door Christus is dat doel bereikt. |
Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. | Lieve vrienden, geloof niet zomaar iedereen. Onderzoek eerst of iemand door de Geest van God geleid wordt. Want er zijn veel valse profeten in de wereld. |
Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. | Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. |
Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste, maar in het vlees te blijven is noodzakelijker voor u. | Wat zou ik het beste vinden? Dat kan ik niet zeggen, want ik wil het allebei. Het liefste wil ik sterven, zodat ik bij Christus zal zijn. Dat is natuurlijk het beste. Maar voor jullie is het beter dat ik nog blijf leven. |
Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. | In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» |
Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. | Denk altijd goed na voordat je iets zegt. Dat is het belangrijkste in je leven. |
Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. | U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. |
Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú. | Je kunt het werk bij jullie vergelijken met het bouwen van een huis. |
Door Uw grote barmhartigheid hebt U hen niet vernietigd en hebt U hen niet verlaten, want U bent een genadig en barmhartig God. | Maar omdat u goed was voor uw volk, hebt u het niet vernietigd. U hebt de Israëlieten niet in de steek gelaten. U bleef voor hen zorgen en u liet zien dat u een goede God bent. |
Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen. | Slaap alleen met de man of vrouw met wie je getrouwd bent. Wie verboden seks heeft of vreemdgaat, zal door God gestraft worden. |
Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. | God heeft nieuwe mensen van ons gemaakt. Want door Jezus Christus zijn wij mensen geworden die goed leven. Dat was Gods bedoeling, daarvoor heeft hij ons bestemd. |
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. | Doe wat ik je zeg, en leer van mij. Je moet vriendelijk zijn, net als ik, en jezelf niet het belangrijkste vinden. Dan zul je werkelijk rust vinden. Wat ik van je vraag, is eenvoudig. Wat ik van je eis, is niet zwaar. |
Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE; mijn God doet mijn duisternis opklaren. | Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. |
Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld. | Iedereen moet het gezag van de overheid accepteren. Want de macht van de overheid komt van God. Alle macht die mensen hebben, heeft God hun gegeven. |