Wie is zo wijs, dat hij deze dingen begrijpt, en zo verstandig dat hij ze kent? De wegen van de HEERE zijn immers recht. De rechtvaardigen zullen daarop wandelen, maar de overtreders zullen erop struikelen. | Wie inzicht heeft doorgrondt deze woorden, wie wijs is neemt ze ter harte. Want de wegen van de HEER zijn recht: wie rechtvaardig is verlaat ze niet, maar wie zich verzet komt ten val. |
De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht. | Want het is de HEER die wijsheid schenkt, zijn woorden bieden kennis en inzicht. |
Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt. | Gelukkig de mens die wijsheid ontdekt, de mens die inzicht wint. |
Komt overmoed, dan komt ook schande, maar bij de ootmoedigen is wijsheid. | Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid maakt een mens bescheiden. |
Ik onderwijs je in de weg van de wijsheid en laat je in de rechte sporen treden. | Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je gevoerd. |
Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed. | Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. |
Overmoed geeft alleen maar ruzie, maar bij wie zich raad laten geven, is wijsheid. | Betweters maken ruzie, wie goede raad ter harte neemt is wijs. |
De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid, en nederigheid gaat vooraf aan eer. | Wie ontzag heeft voor de HEER, wint aan wijsheid, bescheidenheid gaat aan eerbetoon vooraf. |
Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht. | Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. |
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet een van de woorden van mijn mond en wijk er niet van af. | Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. |
Ook dit gaat uit van de HEERE van de legermachten. Hij is wonderbaar van raad, Hij is groot in wijsheid. | Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk, zijn wijsheid is groot. |
Hij houdt voor de oprechten wijsheid gereed, Hij is een schild voor hen die in oprechtheid hun weg gaan. | Aan wie rechtschapen is geeft Hij voorspoed, voor wie op rechte wegen gaat is Hij een schild. |
Zeg niet: Hoe komt het dat de dagen van vroeger beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zou u dat vragen. | En vraag jezelf niet af waarom het vroeger beter was dan nu. Het getuigt van weinig wijsheid als je daarnaar vraagt. |
Evenzo is het kennen van wijsheid voor je ziel: als je haar vindt, dan is er toekomst, en wordt je hoop niet afgesneden. | Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. |
Hoeveel beter is het verwerven van wijsheid dan bewerkt goud, en het verwerven van inzicht is verkieslijker dan zilver! | Hoeveel beter is het wijsheid te verwerven dan goud, hoezeer is inzicht te verkiezen boven zilver. |
De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de eenvoudige wijsheid. | De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. |
De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; Zijn lof houdt voor eeuwig stand. | Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, leven naar zijn regels getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd. |
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! | Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. |
Opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem. | Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader in al zijn luister, u de Geest schenken die inzicht geeft in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. |
En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. | Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. |
Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd. | De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. |
Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden. | Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut het juiste moment; laat wat u zegt altijd aantrekkelijk zijn, sprankelend, en weet hoe u op iedereen moet reageren. |
U, God van mijn vaderen, dank en prijs ik, omdat U mij wijsheid en kracht hebt gegeven, en mij nu hebt laten weten wat wij van U hebben verzocht, want U hebt ons de zaak van de koning laten weten. | U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik, want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt, U hebt ons laten weten wat de koning verontrust. |