Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? | Jezus zei: ‘Stel dat je een toren wilt bouwen. Dan ga je eerst bedenken hoeveel dat kost en of je genoeg geld hebt.’ |
Maar ook nu nog luidt het woord des Heren: Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht. | De Heer zegt: ‘Ik wil dat jullie mij weer gehoorzamen. Ga vasten, en laat je verdriet en je tranen aan mij zien.’ |
En wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. | En ik zal doen wat jullie vragen, omdat jullie bij mij horen. Zo zal ik de hemelse macht van mijn Vader laten zien. |
Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. | Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. |
Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. | Vrienden, jullie moeten dit niet vergeten: voor de Heer is tijd iets heel anders dan voor ons. Voor hem is één dag hetzelfde als duizend jaar, en duizend jaar hetzelfde als één dag. |
Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen. Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God ben. | Want ik, de Heer, ben jullie God. Daarom moeten jullie je alleen aan mijn wetten en regels houden. En jullie moeten de sabbat vieren als een heilige dag. Want zo laten jullie zien dat jullie mijn volk zijn, en dat ik jullie God ben. |
Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe, want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk. | Steeds weer laat u uw liefde zien. U geeft aan ieder mens wat hij verdient. |
Verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen. | Ik vraag God of hij jullie inzicht wil geven. Dan zullen jullie begrijpen dat jullie door hem uitgekozen zijn om gered te worden. Dat jullie allemaal bij hem horen omdat jullie christenen zijn, en hoe geweldig dat is. |
Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. | Ik zal jullie vertellen wat jullie verkeerd gedaan hebben. Jullie zijn moordenaars, je handen zijn rood van het bloed. Toch kunnen ze weer zo wit worden als sneeuw, zo wit als witte wol. |
Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken. | Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. |
Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. | Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk goed: de Heer is dicht bij ons. |
En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij zo onbevattelijk? Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken, omdat het niet in zijn hart komt, maar in de buik, en er te zijner plaatse uitgaat? En zo verklaarde Hij alle spijzen rein. | Jezus zei: ‘Dat zouden jullie moeten begrijpen! Alles wat je eet, gaat van buiten naar binnen. Dat is bekend. Het komt niet in je hart terecht, maar in je maag. En ten slotte verdwijnt het in het riool. Jullie snappen toch wel dat eten een mens niet onrein kan maken?’ Zo liet Jezus zien dat je alles mag eten. |
De Almachtige, die wij niet begrijpen, is groot van kracht en recht; Hij, die groot is in gerechtigheid, buigt haar niet. | God is een goede rechter, hij onderdrukt mensen niet. Hij is heel machtig, niemand kan dicht bij hem komen. |
Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. | Gelukkig zijn mensen die bescherming zoeken bij de Heer. Zij zullen zien hoe goed hij is. |
Want des Heren woord is waarachtig, al zijn werk geschiedt in trouw. | Want wat de Heer zegt, is waar. Alles wat hij doet, is goed. |
Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. | Jezus werd geboren in Betlehem, een stad in Judea. Herodes was op dat moment koning. Niet lang na de geboorte van Jezus kwamen er wijze mannen in Jeruzalem aan. Ze kwamen uit het oosten, uit een ver land. Ze vroegen aan de mensen in Jeruzalem: ‘Waar is de koning van de Joden die kortgeleden geboren is? We hebben zijn ster gezien. Die kwam aan de hemel omhoog. En nu zijn we gekomen om de nieuwe koning te eren.’ |
De Here is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. | De Heer is altijd rechtvaardig, alles wat hij doet, is goed. |
Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. | De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. |
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. | Bedenk wat Jezus Christus gedaan heeft. Daaraan zien jullie hoe jullie met elkaar om moeten gaan. |
Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend, die ik gaan moet, want tot U hef ik mijn ziel op. | Laat mij elke ochtend uw liefde zien. Zeg me wat ik moet doen, want op u vertrouw ik, naar u verlang ik. |
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? | Jullie letten goed op de fouten van anderen. Maar je eigen fouten zie je niet. Het is alsof je een splinter ziet in het oog van een ander, maar niet ziet dat er in je eigen oog een balk zit. Je zegt tegen die ander: ‘Kom, ik haal die splinter wel even uit je oog.’ Doe niet zo schijnheilig! Haal eerst die balk uit je eigen oog. Dan kun je zelf weer goed zien. En pas dan kun je de splinter uit het oog van de ander halen. |
De lankmoedige is groot van verstand, maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op. | Als je geduldig bent, ben je wijs, maar als je snel boos wordt, ben je dom. |
Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. | Jullie zullen dan, als leerlingen van mij, veel goede dingen doen. Zo maken jullie de hemelse macht van mijn Vader zichtbaar. |
Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. | Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien. |
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. | Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterkant van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen! |