Bijbelteksten over 'Zing'
Psalmzingt de Here, want Hij heeft grootse dingen gedaan; dit worde bekendgemaakt op de ganse aarde. | Zing een lied voor de Heer! Want hij heeft grote dingen gedaan. De hele aarde moet het weten. |
Ik zal de Here zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben. | Ik zal zingen voor de Heer, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. |
Zingt Gode, psalmzingt zijn naam, baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht. Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning. | Zing voor God, zing een lied voor hem. Juich als hij komt op zijn wagen van wolken, maak je klaar voor zijn komst. Heer is zijn naam! Hij woont in zijn heilige tempel. Hij helpt weduwen, en hij beschermt kinderen zonder vader. |
Mijn mond is vervuld van uw lof, de ganse dag van uw luister. | Ik zing over u, elke dag weer zing ik over uw macht. |
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. | Laat jullie leven vol zijn van het goede nieuws over Christus. Gebruik al je wijsheid om elkaar uitleg en goede raad te geven. Zing liederen om God te eren, zing alle liederen die de heilige Geest je laat zingen. Wees dankbaar, en zing voor God. |
Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij hebt verlost. | Ik zal voor u juichen en zingen, want u zult mij bevrijden. |
Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. | Heer, ik vertrouw op uw liefde. Ik zal juichen omdat u mij redt. Ik zal voor u zingen, want u bent goed voor mij. |
In U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste. | Vrolijk wil ik over u zingen, ik wil voor u juichen, allerhoogste God! |
Ik zal U loven, o Here, onder de volken, U psalmzingen onder de natiën. | Heer, ik wil u danken, overal op aarde wil ik voor u zingen. |
Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja. | Alles wat leeft, zing voor de Heer! Halleluja! |
Gij zijt mij een verberging, Gij bewaart mij voor benauwdheid, Gij omringt mij met jubelzangen van bevrijding. sela | Heer, u beschermt me, u bevrijdt me. Daarom zing ik en juich ik. |
Ik wil de Here te allen tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond. | Altijd wil ik de Heer danken, elke dag zing ik een lied voor hem. |
Ik echter bezing uw sterkte, des morgens jubel ik over uw goedertierenheid; want Gij waart mij een burcht, een toevlucht ten dage toen ik benauwd was. | Maar ik, ik zal zingen over uw macht. Elke ochtend zal ik juichen over uw trouw. Want u beschermt mij tegen gevaar, bij u ben ik veilig. |
Want uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U roemen. Zo wil ik U prijzen mijn leven lang, in uw naam mijn handen opheffen. | Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. |
De Here is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk. | Heer, u bent machtig. Laat iedereen voor u zingen, want uw macht is oneindig groot. |
Des daags zal de Here zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God mijns levens. | Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. |
Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren. | Maar ik niet! Ik zal u met offers danken, en een lied voor u zingen. Alles wat ik beloof, zal ik doen. Want alleen u, Heer, brengt redding! |
Op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? | Op u vertrouw ik, God. Ik wil voor u zingen, want u hebt beloofd om mij te helpen. Op u vertrouw ik. Ik zal niet bang zijn, want mensen kunnen mij geen kwaad doen. |
En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. | En ik hoorde iedereen zingen, in de hemel, op de aarde, onder de aarde en in de zee: ‘God en het lam verdienen alle eer, alle macht en alle kracht, altijd en overal.’ |
Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. | Zoek steun bij de Heer, dan ben je veilig. Vertrouw op de Heer, dan blijft het vrede. |
Want ik redde de ellendige die om hulp riep, de wees en hem die geen helper had; de zegenwens van wie dreigde onder te gaan, kwam op mij, en het hart der weduwe deed ik jubelen. | Want ik hielp arme en machteloze mensen, ik beschermde kinderen zonder vader. Aan weduwen gaf ik steun, mensen met wie het slecht ging, waren mij dankbaar. |
O Here, Gij zijt mijn God, U zal ik verheffen, uw naam loven, want Gij hebt wonderen gedaan, raadsbesluiten uit een ver verleden in waarheid en trouw volvoerd. | Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. |
De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. | De Heer, jullie God, zal bij jullie zijn. Hij is machtig, hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde. |
De rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. | Eerlijke mensen blijven leven door hun goedheid, maar onbetrouwbare mensen sterven door hun slechtheid. |
Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom, die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid, die zich met haar versierselen tooit. | De inwoners van Jeruzalem zullen zeggen: ‘Wij zingen van vreugde, we juichen voor de Heer. Want hij leerde ons om eerlijk en goed te leven, en hij maakte van Jeruzalem een veilige en prachtige stad! Onze stad is zo mooi als de kroon van een koning, zo mooi als de sieraden van een bruid.’ |
Gerelateerde onderwerpen
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Zingen
Ik echter bezing uw...
Lof
O HERE, Gij zijt...
Vreugde
Verblijdt u te allen...
Veiligheid
Maar wèl getrouw is...
Dankbaarheid
Verblijdt u te allen...