Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.
In de wereld is het normaal om je eigen verlangens te volgen. Het is daar normaal om alles wat je ziet, te willen hebben, en om op te scheppen over je bezit. Zulk gedrag hoort bij de wereld, niet bij de Vader.
Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid.