Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren.
In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren.
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren.
Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen.
Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren.