Waar het goed vermeerdert, vermeerderen zij die het opeten. Welk voordeel hebben dan de bezitters ervan, behalve dat hun ogen ernaar kunnen kijken?
Als iemand rijk wordt, willen steeds meer mensen iets van hem hebben. En degene die rijk is, kan alleen maar toekijken. Hij heeft niets meer aan zijn bezit.
Bij het vermeerderen van het goed vermeerderen ook zij die het verteren; en wat is het gewin van de bezitter daarvan anders dan het toezien?
Als iemand rijker wordt, heeft hij ook meer mensen die ervan moeten eten. En wat heeft de eigenaar er dan aan? Hij kan niet anders dan toekijken.
Gerelateerde onderwerpen
Materialisme
Want wij hebben niets...
Geld
Laat uw handelwijze zonder...
Begeerte
Maar ik zeg: Wandel...
Liefde
De liefde is geduldig...
Hoop
Ik immers, Ik ken...
Geloof
Daarom zeg Ik u...