Bijbelteksten over 'Goed'
- Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat.
- Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het
dat broeders ook eensgezind samenwonen. - Loof de HEERE, want Hij is goed,
want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. - Wie dan weet goed te doen, en het niet doet, voor hem is het zonde.
- Proef en zie dat de HEERE goed is;
welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt. - U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven
en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen. - De HEERE is goed,
Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid.
Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen. - Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer,
maar een goed woord verblijdt het. - Leer goed te doen,
zoek het recht!
Help de verdrukte,
doe de wees recht,
bepleit de rechtszaak van de weduwe! - Goed gaat het een man die zich ontfermt en uitleent,
hij behartigt zijn zaken volgens het recht. - Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond,
en hoe goed is een woord op zijn tijd! - Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.
- Dan zul je gerechtigheid en recht begrijpen,
en billijkheid, op elk goed spoor. - Jonge leeuwen lijden armoede en honger,
maar wie de HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. - U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen.
- En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven.
- Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven! Daarom is het geoorloofd op de sabbatdagen goed te doen.
- De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid,
allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht;
Zijn lof houdt voor eeuwig stand. - Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.
- Goed en waarachtig is de HEERE,
daarom onderwijst Hij zondaars in de weg.
Hij leidt zachtmoedigen in het recht,
Hij leert zachtmoedigen Zijn weg. - Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is.
En wat vraagt de HEERE van u
anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben
en ootmoedig te wandelen met uw God. - Waar het goed vermeerdert, vermeerderen zij die het opeten. Welk voordeel hebben dan de bezitters ervan, behalve dat hun ogen ernaar kunnen kijken?
- Hoe groot is Uw goed,
dat U weggelegd hebt voor wie U vrezen,
dat U bereid hebt voor wie tot U de toevlucht nemen
ten aanschouwen van de mensenkinderen. - En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk.
- Maar Ik zeg tegen u die dit hoort: Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten. Zegen hen die u vervloeken, en bid voor hen die u belasteren.
- Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan!
- Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.
- Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid,
mijn hart zal zich verheugen in Uw heil,
ik zal voor de HEERE zingen,
omdat Hij goed voor mij geweest is. - Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.
- Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen.
- En als u goeddoet aan hen die u goeddoen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars doen hetzelfde.
- Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus.
- Maar deze zaak heb Ik hun geboden: Luister naar Mijn stem. Dan zal Ik u tot een God zijn, en ú zult Mij tot een volk zijn. Bewandel heel de weg die Ik u gebieden zal en het zal u goed gaan.
- Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten.
Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart,
vind gunst en goed verstand
in de ogen van God en mens. - Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
- Voorzeker, er is geen mens rechtvaardig op de aarde,
die goeddoet en niet zondigt. - En u moet Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u heden gebied, alle dagen in acht nemen, opdat het u en uw kinderen na u goed gaat en opdat u uw dagen verlengt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, alle dagen.
- Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed. - Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
- Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden,
en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij. - De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond,
moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. - Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere;
mijn goedheid is niet voor U. - Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.
- Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben
als het binnen je macht ligt dat te doen. - De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond.
- Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,
en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. - Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
- Keer je af van het kwaad en doe het goede;
zoek de vrede en jaag die na. - Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn.
- Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.
Gerelateerde onderwerpen
Zegen
De HEERE zegene u...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Goedheid
Maar wees ten opzichte...
God
De HEERE, uw God...
Bidden
Verblijd u altijd. Bid...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Bijbeltekst van de dag
Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
Willekeurige Bijbeltekst
Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg,ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.Volgende tekst!Met afbeelding