Wie buiten U heb ik in de hemel?
Naast U wens ik geen ander op aarde.
Naast U wens ik geen ander op aarde.
U bent alles voor mij,
in de hemel en op aarde.
in de hemel en op aarde.
Wie heb ik behalve U in de hemel?
Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde.
Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde.
Wie heb ik (nevens U) in de hemel?
Nevens U begeer ik niets op aarde.
Nevens U begeer ik niets op aarde.
Wie heb ik in de hemel behalve U?
Ook op aarde verlang ik niets anders dan U.
Ook op aarde verlang ik niets anders dan U.