Wie verstandig is, ziet het gevaar en hoedt zich ervoor,
wie onnozel is, gaat het tegemoet en zal daarvoor boeten.
wie onnozel is, gaat het tegemoet en zal daarvoor boeten.
Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar,
maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft.
maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft.
Een schrandere ziet het kwaad en verbergt zich,
maar onverstandigen gaan door en zullen daarvoor boeten.
maar onverstandigen gaan door en zullen daarvoor boeten.
De schrandere ziet het onheil en bergt zich;
de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten.
de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten.
Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt.
Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft.
Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft.