Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.
Ik laat jullie niet alleen, maar ik kom terug om jullie die nieuwe helper te geven.
Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.
Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Ik zal jullie niet als weeskinderen achterlaten. Ik kom naar jullie toe.