Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.
Dit zeg ik daarover: Je moet ook van je vijanden houden. En je moet bidden voor de mensen die jou in moeilijkheden brengen.
Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen.
Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.
Maar Ik zeg tegen jullie: houd van je vijanden en bid voor de mensen door wie jullie slecht behandeld worden.