Bijbelteksten over 'Zeg'
- Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.
- Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.
- Zeg daarom tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wat Ik besloten heb, zal niet worden uitgesteld! Alles wat Ik zeg, zal gebeuren! – zo spreekt God, de HEER.”
- Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen.
- Zo, zeg Ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.
- Genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”
- Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.
- Want Ik ben de HEER, je God,
Ik neem je bij je rechterhand en zeg je:
Wees niet bang, Ik zal je helpen. - Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn.
- Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer,
mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ - En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
- Ik zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen.
- Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten.
- Daarom zeg Ik u: elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan geen vergeving ontvangen.
- Dit zeg Ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn.
- Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht,
wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. - Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
- Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
- Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” Dit zeg Ik daarover: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.
- ‘Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’
- Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?
- Als je in acht neemt wat ik zeg,
zul je leren wat oprecht, eerlijk en rechtvaardig is,
dan volg je altijd het juiste spoor. - Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden. U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft.
- Daarop kwam Petrus bij Hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.’
- Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, Ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.”