Mijn lippen zullen juichen wanneer ik voor U zing,
ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost.
ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost.
Ik zal voor u juichen en zingen,
want u zult mij bevrijden.
want u zult mij bevrijden.
Mijn lippen zullen vrolijk zingen, wanneer ik psalmen voor U zal zingen,
mijn ziel, die U verlost hebt.
mijn ziel, die U verlost hebt.
Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen,
en mijn ziel, die Gij hebt verlost.
en mijn ziel, die Gij hebt verlost.
Ik zal voor U zingen en juichen,
want U heeft mijn leven gered.
want U heeft mijn leven gered.