En wanneer dan mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en breekt met zijn kwalijke praktijken, dan zal Ik luisteren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen. | En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen. |
De HEER, uw God, is immers genadig en liefdevol; als u naar hem terugkeert, zal hij zich niet van u afwenden. | Want genadig en barmhartig is de Here, uw God: Hij zal het aangezicht niet van u afwenden, indien gij tot Hem wederkeert. |
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij. | Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij. |
De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. | De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen. |
Kom tot inkeer, keer terug naar God om vergeving te krijgen voor uw zonden. | Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren. |
De dood van een mens geeft Me geen vreugde – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer en leef! | Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft. |
Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en bereid het onheil af te wenden. | Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de Here, uw God. Want genadig en barmhartig is Hij, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbende over het onheil. |
Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. | Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt. |
Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.’ | En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen. |
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars. | Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering. |
Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. | Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben. |
Wees daarom zachtmoedig en leg alle verdorvenheid en elk denkbaar wangedrag af. En aanvaard zo de boodschap die in u is geplant en die u kan redden. | Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. |
Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ | Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. |
Ik heb je misdaden als een wolk doen verdampen, je zonden als de ochtendnevel. Keer terug naar Mij: Ik zal je vrijkopen. | Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. |
Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. | De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. |
De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws. | De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie. |
Keer terug naar mij, dan zal ik naar jullie terugkeren – zegt de HEER van de hemelse machten. | Bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren, zegt de Here der heerscharen. |
Als een slecht mens zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn bepalingen en handelt naar recht en gerechtigheid, zal hij zeker in leven blijven en niet sterven. | Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. |
Nu dan – spreekt de HEER –, keer terug tot Mij met heel je hart, door te vasten, te treuren en te rouwen. | Maar ook nu nog luidt het woord des Heren: Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht. |
Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. | Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. |
Kom tot inkeer; bega geen misdaden meer, anders brengen die jullie ten val. | Bekeert u en wendt u af van al uw overtredingen, dan zal u dat niet een struikelblok tot ongerechtigheid worden. |
Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. | En stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. |
Zo, zeg Ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt. | Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert. |
God slaat echter geen acht op de tijd waarin men Hem niet kende, maar roept nu overal alle mensen op tot inkeer te komen. | God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen. |
Kom toch eens echt tot bezinning en zondig niet langer. Sommigen van u hebben geen enkele kennis van God. U moest u schamen. | Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen. |