Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. | Als de Heer met zijn adem over het gras blaast, dan verdroogt het, en de bloemen gaan dood. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en de mensen zullen sterven. Maar de woorden van onze God verliezen nooit hun kracht. |
Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden. | Jullie weten toch dat de Heer voor altijd regeert? Hij heeft de hele aarde gemaakt. Hij wordt nooit moe, hij blijft altijd sterk. Niemand is zo wijs als hij. |
Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte. | Aan mensen die moe zijn, geeft hij kracht. Mensen die zwak zijn, maakt hij weer sterk. |
Maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat. | Maar mensen die op de Heer vertrouwen, krijgen nieuwe kracht. Zij lopen zonder moe te worden. Zij rennen zonder te struikelen. Ze zijn zo sterk als een adelaar, die vertrouwt op zijn krachtige vleugels. |