Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. | Wees goed en hartelijk voor elkaar. En vergeef elkaar. Want God heeft ook jullie fouten vergeven, omdat Christus voor jullie gestorven is. |
De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! | De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog! Zijn liefde blijft altijd bestaan. Zijn trouw is groot. Hij zorgt voor ons, elke dag weer. |
Tot slot, wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. | Ten slotte zeg ik tegen jullie allemaal: Maak geen ruzie met elkaar. Leef met elkaar mee, en houd van elkaar als broers en zussen. Wees vriendelijk en bescheiden. |
Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. | Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Hij is de Vader die van ons houdt, de God die ons altijd moed geeft. Steeds als ik het moeilijk heb, geeft God mij nieuwe moed. Daardoor kan ik andere christenen die het moeilijk hebben, ook nieuwe moed geven. De moed die God mij geeft, geef ik door. |
Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. | God houdt van jullie. Hij heeft jullie uitgekozen, en jullie horen nu bij hem. Daarom moeten jullie goede dingen doen: Je moet van harte meeleven met anderen. Je moet vriendelijk voor elkaar zijn, en geduldig. Denk niet aan jezelf. |
Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. | Jullie moeten altijd met elkaar meeleven, in vreugde en in verdriet. |
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen. | En nu stuurt de machtige Heer mij! Dit is zijn boodschap: Spreek eerlijk recht, wees goed voor elkaar en zorg voor elkaar. Onderdruk geen weduwen en geen kinderen zonder vader, geen vreemdelingen en geen arme mensen. Maak geen plannen om elkaar kwaad te doen. |
Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? | Stel dat een rijke gelovige ziet dat een andere gelovige arm is. Maar hij heeft geen medelijden met die ander, en helpt hem niet. Dan blijft Gods liefde niet in hem. |
Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in mijn handpalmen gegrift, je muren staan Mij steeds voor ogen. | Maar de Heer zegt: ‘Jeruzalem, ik heb je naam in mijn hart bewaard. Ik zal altijd aan je denken. Een moeder zorgt toch ook goed voor het kind dat ze in haar buik gedragen heeft? Ze vergeet haar kind nooit. En zelfs al zou een moeder haar kind vergeten, ik zal jou nooit vergeten!’ |
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen. | De Heer houdt van zijn volk, zoals een vader van zijn kinderen houdt. |
En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht. | Toch zal de Heer op jullie wachten. Hij wacht totdat hij weer goed voor jullie kan zijn. Hij wacht totdat hij weer van jullie kan houden. Want de Heer is een rechtvaardige God. En iedereen die op hem vertrouwt, zal gelukkig zijn. |
Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. | Jezus, onze hogepriester in de hemel, heeft veel moeten lijden, net als wij. Zelf heeft hij nooit iets verkeerds gedaan. Maar hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken. |
Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de HEER, die zich over je ontfermt. | Bergen kunnen van plaats veranderen en heuvels kunnen verdwijnen. Maar mijn liefde voor jou zal nooit verdwijnen. Mijn belofte van vrede geldt voor altijd. Dat zeg ik omdat ik van je houd. |
Ik zal het volk van Juda onoverwinnelijk maken en de nakomelingen van Jozef laten zegevieren. Ik ben vol zorg voor hen en zal hen veilig thuisbrengen. Dan zal het weer zijn als voorheen, alsof Ik hen nooit verstoten had, want Ik ben de HEER, hun God, en Ik zal hun gebeden verhoren. | Dit zegt de Heer: ‘Ik zal het volk van Juda sterk maken en de Israëlieten redden. Ik zal voor hen zorgen en hen naar hun land terugbrengen. Ik had hen weggejaagd, maar het zal weer worden zoals vroeger. Ik ben de Heer, hun God, en ik zal naar hun gebeden luisteren.’ |
Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee. | U zult medelijden met ons krijgen, u zult onze schuld wegnemen. En u zult nooit meer denken aan wat we verkeerd gedaan hebben. |