Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Dan zul je veilig leven in het land waar je woont. | Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid. |
Zoek je geluk bij de Heer, want hij zal je alles geven wat je vraagt. | Verlustig u in de Here; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart. |
Laat je leiden door de Heer. Vertrouw op hem, hij zal je helpen. Hij zal je alles geven waar je recht op hebt. Je zult stralen als het licht in de ochtend, als de zon in de middag. | Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken; Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag. |
Wees geduldig en wacht, wacht af wat de Heer doet. Als het goed gaat met slechte mensen, word dan niet kwaad. | Wees stil voor de Here en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt. |
Je kunt beter eerlijk zijn en arm, dan slecht en rijk. Want slechte mensen zullen alles verliezen, maar de Heer helpt mensen die eerlijk zijn. | Beter is het weinige van de rechtvaardige dan de rijkdom van vele goddelozen; want de armen der goddelozen worden verbroken, maar de Here schraagt de rechtvaardigen. |
Slechte mensen lenen dingen van anderen, maar ze geven nooit iets terug. Goede mensen geven graag dingen weg, zij weten wat liefde is. | De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. |
De Heer leidt mensen die trouw zijn aan hem, zodat ze weten wat ze moeten doen. | Door de Here worden de schreden van de man bevestigd, aan wiens weg Hij welgevallen heeft. |
Want de Heer heeft eerlijke mensen lief. Hij helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij beschermt hen altijd. Goede mensen zullen in vrede leven. Zij mogen altijd veilig wonen. Maar de kinderen van slechte mensen zullen verdwijnen, er blijft niets van ze over. | Want de Here bemint het recht, en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet. Voor altoos blijven zij bewaard, maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid. |