In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht. | Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit. |
U zegent de rechtvaardigen, HEER, als een schild beschut hen uw genade. | Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. |