Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. | Want Gods manier is: Jezus. Jezus is het einddoel van de wet van Mozes. Iedereen die in Hem gelooft, wordt vrijgesproken van schuld. |
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. | Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. |
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. | Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. |
Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. | Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet in Hem teleurgesteld worden." |
Want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. | Want er staat in de Boeken: "Iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered." |
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. | Dus je kan alleen gaan geloven als je eerst echt hebt gehoord wat er over Christus wordt verteld. |