De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. | The wicked borrow and do not repay, but the righteous give generously. |
Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. | Let no debt remain outstanding, except the continuing debt to love one another, for whoever loves others has fulfilled the law. |
Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. | Give to everyone what you owe them: If you owe taxes, pay taxes; if revenue, then revenue; if respect, then respect; if honor, then honor. |
Een rijke heerst over armen, en wie leent, wordt slaaf van de uitlener. | The rich rule over the poor, and the borrower is slave to the lender. |
Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. | Give to everyone who asks you, and if anyone takes what belongs to you, do not demand it back. |
Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? | Suppose one of you wants to build a tower. Won’t you first sit down and estimate the cost to see if you have enough money to complete it? |
Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. | For the Lord your God will bless you as he has promised, and you will lend to many nations but will borrow from none. You will rule over many nations but none will rule over you. |
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. | Dishonest money dwindles away, but whoever gathers money little by little makes it grow. |
En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. | And forgive us our debts, as we also have forgiven our debtors. |
Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben als het binnen je macht ligt dat te doen. | Do not withhold good from those to whom it is due, when it is in your power to act. |
Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. | Keep your lives free from the love of money and be content with what you have, because God has said, “Never will I leave you; never will I forsake you.” |
Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. | No one can serve two masters. Either you will hate the one and love the other, or you will be devoted to the one and despise the other. You cannot serve both God and money. |