Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. | Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt. |
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. | Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. |
Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij. | Vriendin, aan jou is alles mooi, niets ontsiert je schoonheid. |
Een groot woord past niet aan een dwaas, hoeveel te minder leugentaal aan een edele. | Verheven woorden passen niet bij een onverlaat, leugens des te minder bij een edel mens. |
De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. | Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. |
Want hemelhoog is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw. | Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw. |
De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid. | De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven. |
De vreze des Heren voedt op tot wijsheid, en ootmoed gaat vooraf aan de eer. | Wie ontzag heeft voor de HEER, wint aan wijsheid, bescheidenheid gaat aan eerbetoon vooraf. |
Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt. | Omkleed u met de Heer Jezus Christus en laat u niet meeslepen door uw aardse natuur met haar begeerten. |
Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend. | Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken. |
Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela | Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons. sela |
De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. | Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. |
(Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende. | Ik wil Christus kennen door de kracht van zijn opstanding te ervaren, door te delen in zijn lijden en aan Hem gelijk te worden in zijn dood. |
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. | En Hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.’ |
Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet. | Steeds houd ik de HEER voor ogen, met Hem aan mijn zijde wankel ik niet. |
Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat. | En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. |
Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. | Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. |
Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan, opdat uw levensjaren talrijk worden. | Mijn zoon, luister, neem mijn woorden aan, ze vermeerderen de jaren van je leven. |
Barmhartig en genadig is de Here, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid. | Liefdevol en genadig is de HEER, Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. |
Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg. | Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God. |
Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. | Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ |
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. | De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. |
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. | Een wijze laat zich gezeggen, een blaaskaak komt ten val. |
Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? | Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen! |
Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt. | Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. |