Bijbelteksten over 'Broeder'
Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. | Jezus zei: "Als iemand verkeerd tegen je heeft gedaan, ga dan naar hem toe en praat met hem onder vier ogen. Als hij naar je luistert, heb je hem gered." |
Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben. | Als je zegt dat je van God houdt, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan ben je een leugenaar. Want als je niet houdt van je broeder of zuster die je kunt zien, hoe kun je dan houden van God die je niet kunt zien? |
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? | Jullie zien wél dat er een splinter zit in het oog van iemand anders. Maar jullie merken helemaal niet dat er een hele balk in je eigen oog zit! |
Een vriend heeft te allen tijde lief, maar een broeder wordt voor de nood geboren. | Een vriend blijft altijd een vriend, in goede en in slechte tijden. Een broer staat voor je klaar in tijd van nood. |
En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. | Daarom heeft Jezus ons bevolen: als je van Hem houdt, moet je ook van je broeders en zusters houden. |
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. | Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. |
Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem? | Als je het goed hebt in deze wereld, maar je wil een arme broeder of zuster niet helpen, hoe kan Gods liefde dan in je wonen? |
Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek, maar betreed het huis van uw broeder niet ten dage van uw ongeluk. Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. | Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek. Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit. Je hebt meer aan een vriend dichtbij, dan aan een broer ver weg. |
Veel makkers strekken een mens tot ongeluk, maar soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder. | Als je vrienden hebt, doe dan je best om ze te vriend te houden. Want een vriend is trouwer dan een broer. |
Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan. | Als je niet veel geld hebt, mag je er blij over zijn dat je voor God toch belangrijk bent. Maar als je rijk bent, moet je eraan denken dat God jouw geld niet zo belangrijk vindt. Want op een dag zul je er niet meer zijn. Net zoals een mooie bloem in het gras op een dag verdwenen is. |
Toen kwam Petrus bij Hem en zeide: Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal. | Petrus kwam naar Jezus toe en vroeg: "Heer, hoe vaak moet ik iemand vergeven als hij iets verkeerds tegen mij doet? Zeven keer?" Jezus zei tegen hem: "Ik zeg je: niet zeven keer, maar 70 keer zeven keer." |
Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heeft, vergeef hem. En zelfs indien hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult gij het hem vergeven. | Jezus zei: "Als je ziet dat iemand iets verkeerds tegen je doet, spreek daar dan streng met hem over. Als hij er spijt van heeft, vergeef het hem dan. Zelfs als hij zeven keer per dag iets verkeerds tegen je doet, en zeven keer bij je terug komt en zegt: 'Het spijt me,' dan moet je hem vergeven." |
Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Here. | Jullie mogen elkaar niet haten. Als iemand verkeerd doet, moeten jullie hem openlijk bestraffen en ervoor zorgen dat het weer goed komt. Jullie mogen hem niet zijn gang laten gaan. Jullie mogen niet zelf wraak nemen en niemand van je volk haten. Maar jullie moeten van de andere mensen net zo veel houden als van jezelf. Ik ben de Heer. |
Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. | Houd als broeders en zusters van elkaar. Laat elkaar zien dat je respect voor elkaar hebt. Wees daarin een voorbeeld voor elkaar. |
Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen. | Wat is het toch heerlijk als mensen in vrede bij elkaar wonen. |
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). | Doe daarom je best om door jullie geloof verstandig te worden. En door verstandig te worden zullen jullie God goed leren kennen. En door God goed te kennen, zullen jullie groeien in zelfbeheersing. En door te groeien in zelfbeheersing, zullen jullie groeien in geduld. En door te groeien in geduld, zullen jullie groeien in ontzag voor God. En door te groeien in ontzag voor God, zullen jullie groeien in de liefde voor de broeders en zusters. En door te groeien in de liefde voor de broeders en zusters, zullen jullie groeien in werkelijk onzelfzuchtige liefde. |
Uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn. | We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! |
Laat de broederlijke liefde blijven. Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd. | Broeders en zusters, houd altijd van elkaar. Vergeet niet om gastvrij te zijn. Want sommige mensen hebben engelen op bezoek gehad, zonder dat ze het wisten. |
Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig. | Tenslotte: wees één met elkaar en wees zorgzaam voor elkaar. Houd van de broeders en zusters en wees vriendelijk en bescheiden. |
Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God. | Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van jullie besluit om de levende God niet langer te gehoorzamen. Want zo iemand is koppig en ongelovig. |
Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat. | Mijn vriend, allereerst hoop ik dat het in alles goed met je gaat. Ik hoop dat het met je gezondheid net zo goed gaat als met je geloof. |
Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn. | Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren, maar niet te gauw iets moet zeggen. Word ook niet te snel boos. |
Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan. | Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen. |
Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders. | Ze bleven eensgezind met elkaar bidden, samen met een paar vrouwen. Ook Jezus' moeder Maria en Jezus' broers waren daar. |
Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten. | Jezus heeft ons laten zien wat werkelijke liefde is: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Ook wij moeten ons leven voor onze broeders en zusters over hebben. |
Gerelateerde onderwerpen
Naaste
Het tweede is dit...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Zonde
Of weet gij niet...
Familie
Wat ik u heden...
Vriendschap
Een vriend heeft te...
Spreken
Dood en leven zijn...
Bijbeltekst van de dag
Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.