Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en Hij houdt woord; Hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die Hem liefheeft en die doet wat Hij gebiedt, tot in het duizendste geslacht. | Onthoud dit goed: Alleen de Heer is jullie God. Hij is betrouwbaar. Hij houdt zich aan zijn beloftes. Hij is goed voor mensen die van hem houden en die zich aan zijn regels houden. En hij zal ook goed zijn voor hun nakomelingen, zelfs voor de duizendste generatie. |
Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. | Vrienden, omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij van elkaar houden. |
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? | Wat moet ik hier verder nog over zeggen? God houdt van ons. Voor wie zouden wij dan nog bang moeten zijn? |
En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. | God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. |
Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. | Als de Heer met zijn adem over het gras blaast, dan verdroogt het, en de bloemen gaan dood. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en de mensen zullen sterven. Maar de woorden van onze God verliezen nooit hun kracht. |
Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de zijne. | Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. |
Wie anders kan de wereld overwinnen dan iemand die gelooft dat Jezus de Zoon van God is? | Alleen mensen die geloven dat Jezus de Zoon van God is, kunnen het kwaad van deze wereld overwinnen. |
Staak de strijd, en erken dat Ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde. | Stop met de strijd, en weet dat de Heer God is. Hij heerst over alle volken, hij heerst overal op aarde. |
Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. | God ziet ons dus als goede mensen omdat we geloven. Wij waren vijanden van God. Maar nu is er vrede tussen God en ons, dankzij onze Heer Jezus Christus. |
U bent het die mijn lamp doet schijnen, U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis. | Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. |
U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen. | Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God. |
Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. | Stel dat je verleid wordt om iets verkeerds te doen. Zeg dan nooit: ‘God probeert mij te laten zondigen.’ Want God zal nooit iemand verleiden om te zondigen, en God kan zelf ook nooit verleid worden om iets verkeerds te doen. |
Want Ik ben de HEER, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal je helpen. | Ik ben de Heer, je God. Ik houd je vast, en ik zeg: Israël, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. |
We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben. | Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden. |
Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God? Weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam. | Jullie weten dat je lichaam heilig is. Want de heilige Geest is in jullie lichaam gekomen, toen God jullie die Geest gaf. Jullie zijn niet meer van jezelf. Jullie zijn nu van Christus. Want hij heeft jullie gekocht door voor jullie te sterven. Eer God dus ook met je lichaam! |
De HEER God maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan. | God, de Heer, maakte voor de man en zijn vrouw kleren van dierenvellen. Die kleren moesten ze aantrekken. |
HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. | Heer, machtige God, geef ons weer kracht. Kom bij ons en bescherm ons, dan zijn we gered. |
‘Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ | Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’ |
Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. | Wij leven in liefde omdat God ons eerst heeft liefgehad. |
Ik, de HEER, ben jullie God: houd je aan mijn bepalingen en regels, en leef ze na. Vier mijn sabbat als een heilige dag; dat zal voor jullie en Mij het teken zijn waaraan te zien is dat Ik, de HEER, jullie God ben. | Want ik, de Heer, ben jullie God. Daarom moeten jullie je alleen aan mijn wetten en regels houden. En jullie moeten de sabbat vieren als een heilige dag. Want zo laten jullie zien dat jullie mijn volk zijn, en dat ik jullie God ben. |
Leer mij uw wil te volbrengen, U bent mijn God, laat uw goede geest mij leiden over geëffende grond. | U bent mijn God, leer mij om te doen wat u wilt. Wees bij mij en leid mij, help me om te doen wat goed is. |
Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. | Stel dat iemand zegt dat hij God liefheeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan is hij een leugenaar. Als je niet houdt van gelovigen die je om je heen ziet, dan kun je ook niet houden van God, die je niet ziet. |
Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. | God, u bent er altijd geweest. U was er eerder dan de bergen, al voordat de aarde bestond. U was er al voordat alles begon, en u zult er altijd zijn. |
De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. | Hoe weet je of iemand echt door de Geest van God geleid wordt? Iedereen die gelooft dat Jezus Christus als mens op deze aarde gekomen is, die hoort bij God. Maar mensen die dat ontkennen, horen niet bij God. Zij worden geleid door een kwade geest, die hoort bij de vijand van Christus. Jullie hebben gehoord dat de vijand van Christus in de wereld zal komen. Maar jullie moeten weten dat hij er nu al is. |
Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ | Jezus keek hen aan en zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af, en dan kan alles.’ |
Bijbeltekst van de dag
Heer, al mijn verlangens zijn U bekend,mijn zuchten is U niet verborgen.
Willekeurige Bijbeltekst
Een gulle gever zal gedijen,wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.Volgende tekst!Met afbeelding