Bijbelteksten over 'Kennis'
Want de Here geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid. | Want het is de HEER die wijsheid schenkt, zijn woorden bieden kennis en inzicht. |
De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. | Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; alleen een dwaas veracht wijsheid en wijst vermaning af. |
Want in veel wijsheid ligt veel verdriet, en als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart. | Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. |
Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom. | Wie vermaning liefheeft, wil graag leren, wie berispingen haat is dom. |
O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! | Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. |
Maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid. | Maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. |
Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | Een huichelaar richt met zijn woorden anderen te gronde, een rechtvaardige wordt door inzicht gered. |
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). | Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. |
Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht. | Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. |
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. | De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. |
Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper. | Bedrieg elkaar niet langer, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. |
Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen. | Kom toch eens echt tot bezinning en zondig niet langer. Sommigen van u hebben geen enkele kennis van God. U moest u schamen. |
Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. | Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. |
Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt. | Gelukkig de mens die wijsheid ontdekt, de mens die inzicht wint. |
En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. | Toen zei de HEER God: ‘Nu is de mens aan Ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil Ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.’ Daarom stuurde Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde waaruit hij was genomen te gaan bewerken. |
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet en wijk niet af van de woorden mijns monds. | Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. |
De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. | Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. |
Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. | Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. |
Daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen. | Daarom geldt geen mens voor Hem als rechtvaardig door de wet na te leven, want juist de wet leert ons de zonde kennen. |
Keert u tot mijn vermaning! Zie, ik wil mijn geest voor u uitstorten, u mijn woorden bekendmaken. | Luister, neem mijn berispingen ter harte – dan beziel ik je met mijn geest, dan laat ik je delen in mijn wijsheid. |
Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid. | Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk, zijn wijsheid is groot. |
Opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus. | Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods geheim: Christus. |
U, o God mijner vaderen, loof en roem ik, omdat Gij mij wijsheid en kracht verleend hebt, en mij thans hebt bekendgemaakt wat wij van U gesmeekt hebben, daar Gij ons immers de zaak des konings hebt bekendgemaakt. | U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik, want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt, U hebt ons laten weten wat de koning verontrust. |
Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees. | We zijn weliswaar zwak, zoals alle mensen, maar we vechten niet met aardse middelen. |
Bijbeltekst van de dag
En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.Willekeurige Bijbeltekst
Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het,als broeders ook tezamen wonen.Volgende tekst!Met afbeelding