Bijbelteksten over 'Laat'
Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord, laat geen enkel onrecht over mij heersen. | Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. |
Laat alles bij u in liefde gebeuren. | Laat alles bij u in liefde toegaan. |
Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was. | Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. |
Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. | Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. |
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. | En God zeide: Er zij licht; en er was licht. |
En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere. | En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam. |
Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. | Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. |
Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. | Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. |
Laat alles wat adem heeft de HEERE loven. Halleluja! | Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja. |
Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek. | Maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek. |
De HEERE zal Zijn werk voor mij voltooien; Uw goedertierenheid, HEERE, is voor eeuwig; laat de werken van Uw handen niet los. | De Here zal het voor mij voleindigen. O Here, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat niet varen de werken uwer handen. |
Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. | Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. |
Maar Jezus zei: Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. | Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. |
Maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze. | Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze. |
Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. | Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. |
Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden. | Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. |
Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. | Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen. |
Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. | Uw goedertierenheid, Here, zij over ons, gelijk wij op U hopen. |
Tot U, HEERE, heb ik de toevlucht genomen, laat mij niet beschaamd worden, voor eeuwig; bevrijd mij door Uw gerechtigheid. | Bij U, Here, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden. Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid. |
Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze houdt die in toom. | De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. |
Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. | Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. |
Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. | Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing. |
Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. | De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. |
En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. | En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar. |
Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen. | Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Kwaad
Word niet overwonnen door...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Leven
De HEERE zal u...
Vrede
De HEERE zegene u...