Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. | Maar U zal me helpen. U maakt mij sterk. |
Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen. | Micha zegt namens Israël: Maar ik zal blijven vertrouwen op de Heer. Ik zal wachten op de God die mij redt. Mijn God zal mij horen roepen. |
Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. | Luister: doe wat Ik zeg en houd jullie aan mijn verbond. Dan zullen jullie, als enige van alle volken, mijn eigen volk zijn. Want de hele aarde is van Mij. |
En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. | Hij zei tegen hen: "Volg Mij. Dan maak Ik van jullie vissers van mensen." |
In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen. | Ik kan in alle rust naar bed gaan en vredig in slaap vallen. Want U alleen, Heer, zorgt ervoor dat ik veilig ben. |
Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. | Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. |
Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. | Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen 'ik' leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd. |
Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen, Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten. Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik. | De Heer zegt: "Ik ben gevonden door mensen die niet naar Mij vroegen. Ik zei aldoor 'Kijk, hier ben Ik, hier ben Ik!' tegen het volk dat Mij niet aanbad." |
Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend die ik te gaan heb, want tot U hef ik mijn ziel op. | Laat elke ochtend uw stem horen als U vol liefde tot me spreekt. Heer, ik vertrouw op U. Laat me weten wat ik moet doen, want ik vertrouw op U. |
Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. | Ik verlang met mijn hele hart naar U. Help me om U te gehoorzamen. |
Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. | Als jullie van mijn lichaam eten en van mijn bloed drinken, zijn jullie één met Mij en ben Ik één met jullie. |
Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. | Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. |
Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. | Jezus zei tegen hem: "IK BEN de weg en de waarheid en het leven. Alleen door Mij kun je bij de Vader komen." |
Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees. Zou ook maar iets voor Mij te wonderlijk zijn? | Ik ben de Heer, de God van alle mensen. Zou voor Mij iets te wonderlijk zijn? |
Ook nu echter, spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. | Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest." |
U, God van mijn vaderen, dank en prijs ik, omdat U mij wijsheid en kracht hebt gegeven, en mij nu hebt laten weten wat wij van U hebben verzocht, want U hebt ons de zaak van de koning laten weten. | God van mijn voorouders, ik prijs U omdat U mij wijsheid en kennis heeft gegeven. U heeft mij gegeven waar wij U om gebeden hadden. Want U heeft ons alles verteld over de droom van de koning. |
Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. | Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. |
De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid. | De Geest van de Heer is op Mij. Hij heeft Mij met zijn Geest gezalfd om aan arme mensen goed nieuws te brengen. Hij heeft Mij gestuurd om mensen die een gebroken hart hebben te genezen. Om gevangenen te vertellen dat ze vrij zijn. Om blinde mensen te vertellen dat ze weer kunnen zien. Om slaven als vrije mensen weg te sturen. |
De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. | Jesaja zegt: De Geest van de Heer is op mij. Hij heeft mij met zijn Geest gezalfd om goed nieuws te brengen aan nederige mensen. Hij heeft mij gestuurd om mensen die een gebroken hart hebben, te genezen. Om gevangenen te vertellen dat ze vrij zijn. Om mensen die vastzitten, uit hun gevangenis te halen. |
U moet heilig voor Mij zijn, want Ik, de HEERE, ben heilig. Ik heb u van de volken afgezonderd om van Mij te zijn. | Leef heilig, want Ik ben heilig en heb jullie van tussen de andere volken uitgekozen om mijn eigen volk te zijn. |
Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord, laat geen enkel onrecht over mij heersen. | Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe. Laat het kwaad geen macht over me krijgen. |
En toen Hij de menigte met Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. | Toen riep Jezus de grote groep mensen en zijn leerlingen bij Zich. Hij zei tegen hen: "Als je bij Mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet het kruis opnemen en Mij volgen." |
Watervloed roept tot watervloed, terwijl Uw waterkolken bruisen; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan. | Golf na golf slaat over mij heen. Bruisend en schuimend spoelen uw golven over mij heen. |
Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. | Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. |
U mag naast Mij geen goden van zilver maken, en goden van goud mag u ook niet voor uzelf maken. | Jullie mogen geen andere goden hebben, maar alleen Mij. Jullie mogen geen gouden of zilveren goden maken. |