Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. sela | Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. |
De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten. | De Heer is God, hij geeft mij kracht. Hij redt me als er gevaar dreigt, hij helpt me als ik in nood ben. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. | Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg. |
Want uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U roemen. Zo wil ik U prijzen mijn leven lang, in uw naam mijn handen opheffen. | Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. |
Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan, opdat uw levensjaren talrijk worden. | Luister goed! Als je doet wat ik zeg, zul je een lang leven hebben. |
Mijn ziel zegt: Mijn deel is de Here, daarom zal ik op Hem hopen. | De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. |
Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel. | Als ik bang was en vol zorgen, hebt u mij getroost en blij gemaakt. |
Ik heb tot de Here gezegd: Gij zijt mijn Here, ik heb geen goed buiten U. | Ik zeg tegen u: U bent mijn Heer, ik vind mijn geluk alleen bij u. |
Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen, of er was een lofzang onder mijn tong. | Ik bad tot God en ik zong een lied om hem te eren. |
Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft. | Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. |
Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. | Jullie zullen dan, als leerlingen van mij, veel goede dingen doen. Zo maken jullie de hemelse macht van mijn Vader zichtbaar. |
Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag. | Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. |
En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. | En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot.’ |
Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God! | Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. |
Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. | Ik heb de Heer lief, want hij luistert naar mij. Als ik om hulp roep, geeft hij mij antwoord. Ik blijf tot hem bidden, mijn leven lang. |
De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? | De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst. |
Here, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten. | Heer, u weet alles van mij, u kent mij. U weet waar ik ben, en u weet waar ik heen ga. U weet wat ik denk, ook al bent u ver weg. |
Ik strek mijn handen tot U uit, mijn ziel smacht naar U als een dorstig land. sela | Ik wil bij u zijn, ik verlang naar u, zoals droog land verlangt naar regen. |
O Here, hoor mijn gebed, neem mijn smekingen ter ore; antwoord mij naar uw trouw, naar uw gerechtigheid. | Heer, hoor mijn gebed, hoor hoe ik om hulp smeek. U bent trouw, u bent goed, geef mij antwoord! |
Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. | Luister goed! Vergeet mijn wijze lessen niet, onthoud ze goed. Ze zorgen ervoor dat je lang en gelukkig leeft. |
Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ |
Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. | Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’ |
Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid; was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. | God, u bent goed, heb medelijden met mij! Uw liefde is groot. Vergeef me mijn zonden, neem mijn schuld weg, maak mij weer schoon. |
Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer. | Ik wil u eer brengen, mijn God. Ik wil u danken, mijn koning, nu en altijd. |
Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij hebt verlost. | Ik zal voor u juichen en zingen, want u zult mij bevrijden. |