Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Oordeel niet over andere mensen. Dan zal God ook niet over jullie oordelen." |
Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. | Als je niet van de broeders en zusters houdt, ken je God niet, want God is liefde. |
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. | Oordeel niemand. Dan zul jij ook niet geoordeeld worden. Veroordeel niemand. Dan zul jij ook niet veroordeeld worden. Laat los, dan zul jij ook losgelaten worden. |
Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard. | En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. |
Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. | Niet wij, Heer, moeten worden geprezen, maar U alleen, want U bent goed en trouw. |
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Een eeuwige God is de HEER, schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput, zijn inzicht is niet te doorgronden. | Weten jullie het dan niet? Hebben jullie het dan niet gehoord? De Heer is de Maker van de hele aarde. Hij is een eeuwige God. Hij wordt niet moe en raakt niet uitgeput. Hij is zóveel wijzer dan wij, dat wij Hem niet kunnen begrijpen. |
De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan. | De liefde is geduldig en vriendelijk. Liefde wordt niet jaloers. Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk. Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf. Liefde raakt niet verbitterd. Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan. |
Hij zal je voet niet laten wankelen, Hij zal niet sluimeren, je wachter. | Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt. Je Beschermer slaapt nooit. |
Wees vastberaden en standvastig. Wees niet bang en laat u niet afschrikken, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. | Wees vastberaden en vol vertrouwen. Wees niet bang voor hen. Want jullie Heer God zal Zelf met jullie meegaan. Hij zal jullie niet in de steek laten. |
Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. | Houd jezelf niet voor de gek, want God laat Zich ook niet voor de gek houden. Wat je zaait, zul je ook oogsten. |
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. | Het is heerlijk als je niet luistert naar de raad van mensen die zich niets van God aantrekken, als je niet omgaat met slechte mensen, als je niet meedoet met mensen die lachen om God. |
Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard. | Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. |
Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon erkent, heeft ook de Vader. | Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. |
Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. | Dus als je de Zoon hebt, heb je het eeuwige leven. Maar als je de Zoon van God níet hebt, heb je ook geen eeuwig leven. |
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. | Ik geef jullie vrede. Ik geef jullie míjn vrede. De vrede die Ik jullie geef, is een ander soort vrede dan de vrede van de wereld. Wees niet bang of verdrietig. |
Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’ | Hoe zit het dan? Is de wet dan iets slechts? Nee, helemaal niet. Want zonder de wet zou ik niet geweten hebben wat slecht is. Ik zou bijvoorbeeld niet geweten hebben dat jaloersheid verkeerd is, als de wet niet had gezegd dat je niet jaloers mag zijn. |
Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? | Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? |
Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. | Zorg dat je wijs en verstandig wordt. Vergeet mijn woorden niet, maar doe wat ik je heb geleerd. |
Smakelijk voedsel at ik niet, vlees en wijn kwamen niet in mijn mond, en ik wreef mij niet in met olie tot er drie weken verstreken waren. | Ik at geen lekkere dingen en geen vlees en ik dronk geen wijn. Ook verzorgde ik mij niet met zalf-olie, tot er drie hele weken voorbij waren. |
Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. | De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer." |
Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. | Houd niet van de wereld en van de dingen die van de wereld zijn. Als je van de wereld houdt, houd je niet werkelijk van de Vader. |
Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. | Wees één met elkaar. Verlang niet naar steeds belangrijkere taken, maar wees ook tevreden met eenvoudige taken. Wees niet eigenwijs. |
Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. | Lúister niet alleen naar het woord, maar dóe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek. |
Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. | Waarom zou je heel hard werken om rijk te worden? Waarom erover piekeren hoe je rijk kan worden? |
U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. | Alles mag, maar niet alles is nuttig. Alles mag, maar niet alles is goed voor een ander. |