Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten. | Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten. |
Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. | Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
Moge de Heer van de vrede u altijd en op elke wijze vrede geven. De Heer zij met u allen. | En Hij, de Here des vredes, geve u de vrede, voortdurend, in elk opzicht. De Here zij met u allen. |
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. | Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. |
Barmhartigheid zij u, vrede en liefde, in overvloed. | Barmhartigheid, vrede en liefde worde u vermenigvuldigd. |
Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na. | Wijk van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag die na. |
De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt. | Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. |
De HEER zal macht aan zijn volk verlenen, de HEER zal zijn volk zegenen met vrede. | De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede. |
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. |
Groot is de vrede voor wie uw wet beminnen, zij vinden geen hindernis op hun weg. | Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. |
Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft. | Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. |
Wie kwaad smeedt is een en al bedrog, vreugde wacht hem die vrede zoekt. | Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde. |
Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. | Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. |
Tot slot, broeders en zusters, wees verheugd. Beter uw leven, neem mijn vermaningen ter harte, wees eensgezind, leef in vrede met elkaar – dan zal de God van de liefde en de vrede met u zijn. | Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. |
Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. | Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. |
Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ | Jezus dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. |
Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien. | Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. |
Het aardse streven leidt tot de dood, maar het streven waartoe de Geest aanzet leidt tot leven en vrede. | Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. |
Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft. | En u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes. |
Laat de vrede van Christus heersen in uw hart, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. | En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar. |
In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis. | In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. |
Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Dan zal de God van de vrede met u zijn. | Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn. |
Mijd de begeerten van de jeugd, streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer met een zuiver hart aanroepen. | Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart. |
De God van de vrede zal Satan nu spoedig te gronde richten en aan uw voeten leggen. De genade van onze Heer Jezus zij met u. | De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u! |
Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen. | Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. |