Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. | Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. |
Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. | Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. |
Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. | Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. |
Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. | Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. |
Want de Here geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid. | De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht. |
Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. | Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. |
Leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. | Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag. |
Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen. | Ik zal wandelen op ruime baan, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. |
Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend, die ik gaan moet, want tot U hef ik mijn ziel op. | Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend die ik te gaan heb, want tot U hef ik mijn ziel op. |
Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. | Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. |
Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. | Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. |
Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. | Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. |
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. | Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. |
Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. | Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. |
Nimmer zal ik uw bevelen vergeten, want door deze hebt Gij mij levend gemaakt. | Ik zal Uw bevelen voor eeuwig niet vergeten, want daardoor hebt U mij levend gemaakt. |
Want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid. | Want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid. |
Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. | Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. |
Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. | Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. |
Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. | Want de HEERE is Zijn volk goedgezind, Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil. |
Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting. | Zeker, mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting. |
In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. | In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen. |
Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. | Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. |
Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. | Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. |
Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht. | Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. |
Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. | Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw. |