Bijbelteksten over 'Weten'
En als we weten dat Hij al onze gebeden beantwoordt, weten we dat we krijgen waar we Hem om hebben gevraagd. | En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden. |
Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. | Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt. |
Jezus zei: "Vader, vergeef het hun. Want ze weten niet wat ze doen!" En de soldaten dobbelden erom hoe ze zijn kleren zouden verdelen. | En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen. |
Kijk in de spiegel als je wil weten hoe je er uitziet. Kijk in je hart als je wil weten hoe je werkelijk bent. | Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens. |
Ik wil jullie het volgende zeggen over het eten van vlees dat aan de afgoden is geofferd. We weten dat er eigenlijk geen andere goden bestaan. Want er is maar één God. | Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. |
Zing voor de Heer, want Hij heeft geweldige dingen gedaan! De hele wereld moet het weten. | Psalmzingt de Here, want Hij heeft grootse dingen gedaan; dit worde bekendgemaakt op de ganse aarde. |
We weten dat we één met Hem zijn en dat Hij één met ons is, doordat Hij ons van zijn Geest heeft gegeven. | Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft. |
We weten dat God alles ten goede zal gebruiken voor de mensen die van Hem houden en die Hij volgens zijn plan geroepen heeft om bij Hem te horen. | Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. |
En omdat we maar zwakke mensen zijn, helpt Gods Geest ons. Want we weten zelf niet goed wat en hoe we moeten bidden. Maar de Geest bidt Zelf voor ons met zuchten die niet in woorden zijn uit te spreken. | En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. |
Heer, laat me weten wat U met mij van plan bent. Vertel me wat ik moet doen. | Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden. |
Gods Geest die in ons is, laat onze eigen geest weten dat we kinderen van God zijn. | Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. |
Jullie geloven in de Zoon van God. Daarom schrijf ik jullie dit, zodat jullie zeker zullen weten dat jullie het eeuwige leven hebben. | Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt. |
Maar we weten óók dat de Zoon van God is gekomen. Hij heeft ons laten zien hoe we de ware God kunnen leren kennen. En door zijn Zoon Jezus Christus zijn we één met de ware God. Jezus is de ware God en het eeuwige leven. | Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven. |
Want we weten dat we maar tijdelijk in dit lichaam wonen. Net zoals je maar tijdelijk woont in een tent. Die aardse tent (= ons lichaam) zal op een dag worden afgebroken. Maar daarna geeft God ons in de hemel een eeuwig huis, dat niet door mensen is gemaakt (= ons hemelse lichaam). | Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. |
Als jullie gehoorzaam doen wat Hij vraagt, blijven jullie één met Hem en Hij met jullie. En we weten dat Hij één met ons is, doordat Hij ons zijn Geest heeft gegeven. | En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan onderkennen wij, dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft. |
Stel dat ik kon profeteren, al Gods verborgen plannen kende, alles wist wat er te weten valt en zoveel geloof had dat ik bergen kon verplaatsen. Maar als ik dat zonder liefde deed, stelde ik niets voor. | Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. |
En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is. Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven. | Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan, ook rechtschapenheid, elke goede weg. |
Broeders en zusters, houd altijd van elkaar. Vergeet niet om gastvrij te zijn. Want sommige mensen hebben engelen op bezoek gehad, zonder dat ze het wisten. | Laat de broederlijke liefde blijven. Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd. |
Want voor mij is de boodschap van de gekruisigde Jezus Christus het enige belangrijke. | Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. |
Mensen die denken alles te weten, veroorzaken ruzies. Maar mensen die naar goede raad luisteren, zijn wijs. | Door overmoed ontstaat slechts twist, maar bij hen die zich laten raden, is wijsheid. |
Lieve broeders en zusters, nu zijn we kinderen van God. En we kunnen ons nog niet voorstellen hoe het later allemaal zal zijn. Maar we weten dit: als Hij komt, zullen we zijn zoals Hij. Dan zullen we Hem zien zoals Hij werkelijk is. Als je Hem verwacht, ga je op een zuivere manier leven, net zoals Hij Zelf zuiver is. | Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is. |
U bent geweldig, Heer! Uit alles wat we zelf hebben gehoord weten we zeker: niemand is als U. Er is geen andere God dan U. | Daarom zijt Gij groot, Here Here, want niemand is U gelijk en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben. |
Maar alle wijsheid begint bij een diep ontzag voor de Heer. Wie geen ontzag heeft voor God, wil niets van wijsheid weten. | De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Een goed mens weet wat goed is om te zeggen. Maar een slecht mens spreekt alleen leugens en bedrog. | De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, maar de mond der goddelozen is enkel valsheid. |
Net zoals we één geheel met Hem zijn geworden in zijn dood, zijn we ook één geheel met Hem geworden in zijn opstanding uit de dood. Want we weten dat ons oude 'ik' samen met Christus is gekruisigd en gestorven. Daardoor heeft het kwaad geen macht meer over ons. We zijn niet langer slaven van het kwaad. | Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn. |
Gerelateerde onderwerpen
God
Je Heer God woont...
Geest
De Heer is de...
Kruisiging
Toen Hij aan het...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Liefde
De liefde is geduldig...
Eeuwig leven
En Ik geef hun...