En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. | Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. |
De HEER, je God, zal in je midden zijn, Hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal Hij zwijgen, in zijn vreugde zal Hij over je jubelen. | De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. |
Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. | De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep. |
Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. | Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. |
En een man moet tegenover zijn vrouw zijn verplichting nakomen en een vrouw moet dat ook tegenover haar man. Een vrouw beschikt niet zelf over haar lichaam, maar haar man; en ook een man beschikt niet zelf over zijn lichaam, maar zijn vrouw. | De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man. De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw. |
De uitspraken van een rechtvaardige zijn als zuiver zilver, de gedachten van een goddeloze zijn niets waard. | Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard. |
Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord. | Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. |
Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. | Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. |
Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat. | Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Here bestiert zijn gang. |
Hij zond zijn woord en genas hen, ontrukte hen aan het graf. | Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. |
Maar Hij kent de wegen die ik kies; als Hij me toetste, zou ik puur als goud zijn. Ik ben in zijn spoor getreden, zonder af te buigen volgde ik zijn weg. | Want Hij weet, hoe mijn wandel is; toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn. Mijn voet bleef vast in zijn spoor, ik hield zijn weg zonder af te buigen. |
Gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. | Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken. |
Wie meent dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. | Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos. |
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen. | Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen. |
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. | Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven. |
Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met Hem verzoend door de dood van zijn Zoon, des te zekerder is het dat wij, nu we met Hem zijn verzoend, gered zullen worden door diens leven. | Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft. |
Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn. | Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn. |
Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal zijn en ieders dienaar.’ | En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar. |
Trouw is voor de mens het hoogste goed, je kunt beter arm dan onbetrouwbaar zijn. | Het aantrekkelijke van de mens is zijn welwillendheid; beter is een arme dan een leugenachtig man. |
Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden. | Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. |
Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, leven naar zijn regels getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand. |
Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? En dat Hij gezegd heeft: “Daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn”? Ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ | Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. |
Wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken. | Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. |
Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. | Die in de hemel zijn opperzalen heeft gebouwd en zijn gewelf op aarde heeft gegrondvest, die het water der zee heeft opgeroepen en uitgegoten over de oppervlakte der aarde – Here is zijn naam. |
Deze boodschap is betrouwbaar: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen we ook met Hem leven. | Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven. |
Bijbeltekst van de dag
Wees altijd nederig, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde.Willekeurige Bijbeltekst
Allen die Hem aanroepen is de HEER nabij,die Hem roepen in vast vertrouwen.Volgende tekst!Met afbeelding