Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ | En Hij zei tegen de mensen: "Let goed op dat je niet hebzuchtig bent. Want ook als je alles hebt wat je hebben wil, betekent dat niet dat je ook je leven bezit. Je leven is niet van jezelf." |
Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn gebleken zoveel kostbaarheden af te staan? Alles is van U afkomstig, en wat wij U schenken komt uit uw hand. | Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U. |
Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. | Doe ook zoveel mogelijk je best om met alle mensen vrede te houden. |
Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat Hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften. | Maar Jezus kreeg een veel belangrijker taak dan de priesters, omdat het verbond dat Hij ging sluiten een veel beter verbond is. Dat verbond is beter, omdat er betere beloften bij horen. |
Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. | Ik geef jullie een nieuwe wet: houd net zoveel van elkaar, als Ik van jullie. |
Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. | Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. |
Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. | Lieve broeders en zusters, als God zóveel van ons houdt, moeten wij ook van elkaar houden. |
Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. | De tweede, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' |
Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ | Want de hele wet van Mozes wordt samengevat met deze woorden: "Houd net zoveel van je medemens als van jezelf." |
Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man. | De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. | De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. |
Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om Mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan. | Ik wilde wel dat ze altíjd zoveel ontzag voor Mij en voor mijn wetten zouden hebben. Dan zou het voor altijd goed gaan met hen en hun kinderen. |
En ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God. | Houd van elkaar, net zoals Christus van ons houdt. Want omdat Hij zoveel van ons houdt, heeft Hij zijn leven voor ons geofferd. En God was blij met zijn offer. |
De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ | Hij antwoordde: "Houd van je Heer God met je hele hart en je hele ziel en alles wat je hebt en je hele verstand. En houd ook net zoveel van je broeders als van jezelf." |
Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. | Op diezelfde manier moet ook elke man van zijn vrouw houden. Hij moet van haar net zoveel houden als van zichzelf. Een man die van zijn vrouw houdt, houdt van zichzelf. |
Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. | Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. |
Pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf. | Dood niemand. Wees trouw aan je vrouw. Steel niet. Vertel geen leugens over anderen. Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. En houd net zoveel van je broeders als van jezelf. |
En Hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers. | En van Hem houden met je hele hart, met je hele verstand en met alles wat je hebt, en net zoveel van je broeders houden als van jezelf, is belangrijker dan alle brand-offers en vlees-offers die je brengt. |
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. | Stel dat ik kon profeteren, al Gods verborgen plannen kende, alles wist wat er te weten valt en zoveel geloof had dat ik bergen kon verplaatsen. Maar als ik dat zonder liefde deed, stelde ik niets voor. |
In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade. | Want door het bloed van zijn Zoon heeft Hij ons gered. Door zijn bloed kon Hij ons vergeven dat we Hem ongehoorzaam waren. Hij deed dat niet omdat we dat verdiend hadden, maar omdat Hij zoveel van ons houdt. |
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Een eeuwige God is de HEER, schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput, zijn inzicht is niet te doorgronden. | Weten jullie het dan niet? Hebben jullie het dan niet gehoord? De Heer is de Maker van de hele aarde. Hij is een eeuwige God. Hij wordt niet moe en raakt niet uitgeput. Hij is zóveel wijzer dan wij, dat wij Hem niet kunnen begrijpen. |
Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. | De liefde waar ik het over heb is niet ónze liefde voor God, maar Gods liefde voor óns. Omdat Hij zoveel van ons houdt, stuurde Hij zijn Zoon. Zijn Zoon gaf zijn leven als offer, waardoor wij vergeving voor onze ongehoorzaamheid konden krijgen. |
Laten we op elkaar letten en elkaar aansporen tot liefde en goede daden, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen. | En we moeten ook zorgzaam op elkaar letten. We moeten elkaar aanmoedigen tot liefde en tot het doen van goede dingen. En laten we niet wegblijven uit onze bijeenkomst, zoals sommigen van jullie gewend zijn te doen. Maar we moeten elkaar blijven aanmoedigen om te leven zoals God het wil. Want de laatste dag komt eraan. |
Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ | Want de wetten: "Wees niet ontrouw aan je man of vrouw," "Dood niemand," "Steel niet," "Beschuldig niemand van iets wat niet waar is," "Wees niet jaloers" en al Gods andere wetten kun je samenvatten met de volgende woorden: "Houd net zoveel van je medemensen als van jezelf." |
Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. De straf die hij onderging bracht ons vrede, zijn striemen gaven ons genezing. | Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. |