Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft,
de natie die Hij verkoos als de zijne.
de natie die Hij verkoos als de zijne.
Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer.
De Heer is hun God,
hij heeft hen uitgekozen.
De Heer is hun God,
hij heeft hen uitgekozen.
Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft,
het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.
het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.
Welzalig het volk, welks God de Here is,
de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos.
de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos.
Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is.
Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn.
Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn.
