Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen,
U verlaat niet wie U zoeken, HEER.
U verlaat niet wie U zoeken, HEER.
Mensen die hem kennen, mogen op hem vertrouwen.
Mensen die hem zoeken, laat hij niet alleen.
Mensen die hem zoeken, laat hij niet alleen.
Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen,
omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken.
omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken.
Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen,
want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here.
want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here.
De mensen die U kennen, vertrouwen daarom op U.
Want mensen die van U houden, worden nooit door U in de steek gelaten.
Want mensen die van U houden, worden nooit door U in de steek gelaten.