Ze wijdden zich trouw aan het onderricht dat de apostelen gaven, aan de onderlinge gemeenschap, het breken van het brood en het gebed.
Alle gelovigen gingen met elkaar om als mensen van één familie. Ze kregen van de apostelen uitleg over Jezus. En ze kwamen steeds bij elkaar om te bidden en om met elkaar het brood te delen.
En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.
En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.
Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen.