Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.
Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Dan zal de Vader je alles geven wat je Hem in mijn naam vraagt.
Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik heb jullie uitgekozen. En ik geef jullie de opdracht om de wereld in te gaan. Doe goede dingen, en blijf dat doen. De Vader zal jullie alles geven wat je hem vraagt, omdat jullie bij mij horen.
Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.
Het is niet zo dat jullie Míj hebben uitgekozen. Ik heb júllie uitgekozen en aangewezen. En Ik wil dat jullie op pad gaan en dat er vrucht aan jullie zal groeien. Vrucht die blíjft. Dan zal de Vader jullie alles geven wat jullie Hem bidden omdat jullie bij Mij horen.
Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt.