De Heer is trouw. Hij zal jullie kracht geven en beschermen tegen de macht van het kwaad. | Maar de Heer is trouw. Hij zal jullie sterk maken en jullie beschermen tegen de duivel. |
Onthoud dit goed: Alleen de Heer is jullie God. Hij is betrouwbaar. Hij houdt zich aan zijn beloftes. Hij is goed voor mensen die van hem houden en die zich aan zijn regels houden. En hij zal ook goed zijn voor hun nakomelingen, zelfs voor de duizendste generatie. | Want Hij wilde dat jullie zouden toegeven dat jullie Heer God een trouwe God is. Dat Hij Zich aan zijn verbond houdt. Hij laat zien dat Hij vriendelijk is voor mensen die van Hem houden en die zich aan zijn wetten houden. Hij is goed voor hen en voor de duizenden mensen die van hen afstammen. |
Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. | Jesaja zegt: Heer, U bent mijn God. Ik zal U eren en prijzen. Want U heeft wonderen gedaan. U doet wat U lang geleden al heeft besloten. |
De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog! Zijn liefde blijft altijd bestaan. Zijn trouw is groot. Hij zorgt voor ons, elke dag weer. | Dankzij Gods eindeloze goedheid zijn we niet allemaal gestorven. Elke morgen is Hij opnieuw goed voor ons! U bent zo trouw! |
Mensen willen graag betrouwbaar zijn. Je kunt beter arm zijn dan onbetrouwbaar. | Een mens wil graag hulpvaardig zijn. Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen, dan dingen beloven die je niet waar kan maken. |
De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet. | Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt. Je Beschermer slaapt nooit. |
Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Goede mensen laat hij nooit in de steek. | Geef al je zorgen aan de Heer. Hij zal voor je zorgen. Hij laat zijn vrienden nooit in de steek. Hij zorgt ervoor dat ze nooit zullen vallen. |
De Heer zal zelf met je meegaan. Hij zal je helpen. Hij blijft steeds bij je, hij zal je niet in de steek laten. Je hoeft echt niet bang te zijn. | God zal Zelf voor jullie uit gaan. Hij zal met jullie zijn. Hij zal jullie niet in de steek laten. Wees dus niet bang. |
Satan zal zeker proberen jullie te laten zondigen, net zoals hij dat bij alle mensen probeert. Maar God is trouw. Hij zal jullie altijd helpen. En hij zal ervoor zorgen dat jullie het kunnen volhouden, en dat jullie geen verkeerde keuzes maken. | Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen. |
De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen, dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen. | Als iemand Hem werkelijk om hulp roept, komt de Heer hem helpen. |
Heer, u zult me altijd beschermen. Uw trouw duurt eeuwig, Heer. Laat uw wereld niet in de steek! | De Heer zal alles tot een goed einde brengen. Heer, uw liefde duurt voor eeuwig. U laat mij nooit los. |
Dank de Heer, want hij is goed. Zijn liefde blijft altijd bestaan. | Prijs de Heer, want Hij is goed. Zijn liefde duurt voor eeuwig. |
Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’ | Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.' |
Maar ik, ik zal zingen over uw macht. Elke ochtend zal ik juichen over uw trouw. Want u beschermt mij tegen gevaar, bij u ben ik veilig. | Maar ik zal zingen over uw kracht. Elke morgen zal ik vrolijk zingen over uw liefde. Want bij U ben ik zo veilig als in een burcht. U bent mijn veilige plaats in moeilijkheden. |
Eerlijke mensen blijven leven door hun goedheid, maar onbetrouwbare mensen sterven door hun slechtheid. | Eerlijke mensen laten zich leiden door hun eerlijkheid. Maar met oneerlijke mensen loopt het door hun oneerlijkheid slecht af. |
God wil dat jullie bij hem horen. Hij is trouw, en hij doet wat hij belooft. | God die jullie roept, is trouw: Hij zal dat zeker doen. |
Maar de liefde van de Heer verdwijnt nooit. Hij houdt van mensen die hem trouw zijn. De Heer is goed voor hen, en voor hun kinderen en kleinkinderen. Als ze maar doen wat hij wil, als ze maar luisteren naar zijn woorden. | Maar de Heer is voor eeuwig liefdevol voor de mensen die ontzag voor Hem hebben. Dat is Hij ook voor hun kinderen. Hij is goed voor de mensen die zich aan zijn verbond houden en Hem gehoorzamen. |
Mensen die veel kletsen, kunnen geen geheim bewaren. Mensen die te vertrouwen zijn, houden hun mond. | Als je praatjes rondstrooit over anderen, verraad je geheimen. Maar een betrouwbaar mens kan geheimen bewaren. |
Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. | Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. |
Vanaf nu moeten jullie dus tot de Vader bidden als mensen die bij mij horen. Dan zullen jullie alles krijgen waar je om vraagt. En dan zal jullie vreugde volmaakt zijn. | Tot nu toe hebben jullie nooit God om iets gebeden omdat jullie bij Mij horen. Doe dat, dan zullen jullie krijgen wat jullie bidden, zodat jullie heel erg blij zullen zijn. |
Al het goede dat wij krijgen, elk volmaakt geschenk, komt van God. Dat zal altijd zo zijn, want God verandert niet. Het licht van de zon en van de maan verandert voortdurend. Maar God, die het licht gemaakt heeft, blijft altijd dezelfde. | Elk geschenk dat goed en volmaakt is, komt uit de hemel, van de Vader van het licht. Hij blijft altijd en eeuwig Dezelfde. Hij verandert nooit. Er zal nooit een spoortje duisternis in Hem te vinden zijn. |
U bent goed en vol liefde, u vergeeft mensen die tot u bidden. | Want U bent goed, Heer, en U wil graag vergeven. U bent goed en vriendelijk voor alle mensen die U aanbidden. |
Aan mensen die dorst hadden, gaf hij te drinken. Aan mensen die honger hadden, gaf hij te eten. Ze kregen meer dan genoeg. | Want de mensen die dorst hadden, heeft Hij te drinken gegeven. En de mensen die honger hadden, heeft Hij meer dan genoeg te eten gegeven. |
God, de Heer, zegt: ‘Ik ben de machtige God! Ik ben het begin en het einde. Ik ben degene die er is, die er was, en die zal komen.’ | IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. IK BEN Hij die is en die was en die komt, de Almachtige God, zegt de Heer. |
Heer, u bent koning, voor altijd, u regeert voor eeuwig! | Heer, U bent voor eeuwig Koning. U zal door alle eeuwen heen blijven regeren. |