Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. | Rejoice evermore. Pray without ceasing. In every thing give thanks: for this is the will of God in Christ Jesus concerning you. |
Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. | Be careful for nothing; but in every thing by prayer and supplication with thanksgiving let your requests be made known unto God. And the peace of God, which passeth all understanding, shall keep your hearts and minds through Christ Jesus. |
Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. | And this is the confidence that we have in him, that, if we ask any thing according to his will, he heareth us. |
Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. | Continue in prayer, and watch in the same with thanksgiving. |
Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren. | Then shall ye call upon me, and ye shall go and pray unto me, and I will hearken unto you. |
Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. | Therefore I say unto you, What things soever ye desire, when ye pray, believe that ye receive them, and ye shall have them. |
Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. | Rejoicing in hope; patient in tribulation; continuing instant in prayer. |
Allen die Hem aanroepen is de HEER nabij, die Hem roepen in vast vertrouwen. | The Lord is nigh unto all them that call upon him, to all that call upon him in truth. |
Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. | And at midnight Paul and Silas prayed, and sang praises unto God: and the prisoners heard them. |
Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. | Call unto me, and I will answer thee, and show thee great and mighty things, which thou knowest not. |
Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. | But when ye pray, use not vain repetitions, as the heathen do: for they think that they shall be heard for their much speaking. |
Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. | Let us therefore come boldly unto the throne of grace, that we may obtain mercy, and find grace to help in time of need. |
Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden. | For where two or three are gathered together in my name, there am I in the midst of them. |
In mijn nood riep ik tot de HEER, ik schreeuwde naar mijn God om hulp. In zijn paleis hoorde Hij mijn stem, mijn roepen bereikte zijn oren. | In my distress I called upon the Lord, and cried unto my God: he heard my voice out of his temple, and my cry came before him, even into his ears. |
Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. | But thou, when thou prayest, enter into thy closet, and when thou hast shut thy door, pray to thy Father which is in secret; and thy Father which seeth in secret shall reward thee openly. |
En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. | And if we know that he hear us, whatsoever we ask, we know that we have the petitions that we desired of him. |
Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet. | Confess your faults one to another, and pray one for another, that ye may be healed. The effectual fervent prayer of a righteous man availeth much. |
Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Twijfelaars zijn als de golven in zee, die door de wind nu eens de ene en dan weer de andere kant op worden geblazen. | But let him ask in faith, nothing wavering. For he that wavereth is like a wave of the sea driven with the wind and tossed. |
Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. | But the end of all things is at hand: be ye therefore sober, and watch unto prayer. |
Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Dan zal de Vader je alles geven wat je Hem in mijn naam vraagt. | Ye have not chosen me, but I have chosen you, and ordained you, that ye should go and bring forth fruit, and that your fruit should remain: that whatsoever ye shall ask of the Father in my name, he may give it you. |
Toen mijn mond Hem aanriep, lag een lofzang op mijn tong. | I cried unto him with my mouth, and he was extolled with my tongue. |
Eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers. | These all continued with one accord in prayer and supplication, with the women, and Mary the mother of Jesus, and with his brethren. |
Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft. | And all things, whatsoever ye shall ask in prayer, believing, ye shall receive. |
En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. | And whatsoever ye shall ask in my name, that will I do, that the Father may be glorified in the Son. |
Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. | But I say unto you which hear, Love your enemies, do good to them which hate you, Bless them that curse you, and pray for them which despitefully use you. |