Ook Jozef moest op reis. Hij ging van Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Want hij kwam uit de familie van David, en David kwam uit Betlehem. Jozef ging samen met Maria naar Betlehem. Maria zou met Jozef gaan trouwen, en ze was zwanger.
Toen Jozef en Maria in Betlehem waren, werd het kind geboren. Het was Maria’s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek, en legde hem in een voerbak voor de dieren. Want er was voor hen nergens plaats om te slapen.
De herders gingen terug naar hun schapen. Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Want alles was precies zoals de engel gezegd had.
Alles op aarde wordt bedreigd door de macht van de dood. Dat is niet de schuld van de aarde, maar het is de straf van God voor de slechtheid van de mensen. Toch is er hoop! Want ooit wordt de aarde bevrijd. Dan komt er een eind aan de macht van de dood. De aarde verlangt hevig naar dat moment van bevrijding. Dan zal God aan zijn kinderen het eeuwige leven geven. En dan zullen zij voor altijd op aarde leven.
Alles op aarde wordt bedreigd door de macht van de dood. Dat is niet de schuld van de aarde, maar het is de straf van God voor de slechtheid van de mensen. Toch is er hoop! Want ooit wordt de aarde bevrijd. Dan komt er een eind aan de macht van de dood. De aarde verlangt hevig naar dat moment van bevrijding. Dan zal God aan zijn kinderen het eeuwige leven geven. En dan zullen zij voor altijd op aarde leven.