Je kent de wegen van de wind niet, je kent het kind dat in de moederschoot groeit niet, zo ken je ook de daden niet van God, die alles maakt. | Je weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat. En je weet niet hoe een kind groeit in de buik van zijn moeder. Zo weet je ook niet wat God aan het doen is. |
Belast je hart niet met verdriet en houd je lichaam vrij van kwalen, want je jeugd en jonge jaren zijn al snel voorbij. | Maak dus geen ruzie en zorg dat je gezond blijft. Bedenk dat je jeugd voorbijgaat: het is maar lucht. |